Samenvatting 8 - Vergelijkingen

HOOFDSTUK 8

Vergelijkingen
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

HOOFDSTUK 8

Vergelijkingen

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen 8.1:
  • Je leert werken met gelijksoortige termen.
  • Je leert formules korter schrijven.

Slide 2 - Tekstslide

Wat zijn gelijksoortige termen?
Wat zijn termen?
Termen zijn getallen of letters die je bij elkaar optelt.
Bijvoorbeeld:  4 + 3  (hier zijn 4 en 3 de termen)
                      X + 6  (hier zijn x en 4 de termen)
Wanneer zijn termen gelijksoortig? 
Gelijksoortig = dezelfde soort
Bijvoorbeeld:  4a + 9b + 11c = 
                       2a + 10b + 11a + 5b = 
JE MAG HET KEER TEKEN TUSSEN HET GETAL EN DE LETTER WEGLATEN!

Slide 3 - Tekstslide

Schrijf de volgende sommen korter: 

4 x k + 7 = q


8h + 3 x h = b  
Probeer eerst zelf. Op de volgende slide staat de uitwerking.




Slide 4 - Tekstslide

Schrijf de volgende sommen korter: 

4 x k + 7 = q
4k+7=q

8h + 3 x h = b
8h + 3h = b
11 h = b   



Slide 5 - Tekstslide

Schrijf de formules zo kort mogelijk:



Los de vergelijking op met een omgekeerde pijlenketting:


Probeer eerst zelf. Op de volgende slide staat de uitwerking.


6c3+4d=p
z=3xx+5x
x
x
40005a=7500
x

Slide 6 - Tekstslide

Schrijf de formules zo kort mogelijk:



Los de vergelijking op met een omgekeerde pijlenketting:

6c3+4d=p
z=3xx+5x
x
x
40005a=7500
x
a
...
7500
7500
×-5
:-5
+4000
-4000
6c3+4d=p
z=7x

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Leerdoelen 8.2:
  • Je leert een pijlenketting maken bij een formule met haakjes.
  • Je leert vergelijkingen met haakjes oplossen.

Slide 9 - Tekstslide

Volgorde van bewerkingen: NEEM OVER!
5(a+7)=b
5a+7=b
x
x
Hoe Moeten Wij Van Die Onvoldoendes Afkomen?

Slide 10 - Tekstslide

Maak een pijlenketting bij de volgende formules:
5(a+7)=b
5a+7=b
x
x
Let op de volgorde van bewerking!
×5
+7
b
×5
+7
b
a
a

Slide 11 - Tekstslide

Vergelijkingen met haakjes oplossen:
Om vergelijkingen met haakjes op te kunnen lossen maak je eerst een pijlenketting en een omgekeerde pijlenketting. 
5(a+7)=15
x
a
+7
×5
b
-7
:5
b
a

Slide 12 - Tekstslide

Voorkennis:

Los de vergelijking op met een omgekeerde pijlenketting.




Probeer eerst zelf. Op de volgende slide staat de uitwerking.





9x+4=14
6(a5)=12
x

Slide 13 - Tekstslide

Voorkennis:

Los de vergelijking op met een omgekeerde pijlenketting.




9a+4=14
6(b5)=12
x
a=2
b=3
a
×9
+4
-14
...
-14
-4
-18
:9
-2
dus
dus
×-6
12
...
-5
b
12
:-6
+5
-2
3

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Slide 16 - Video

Leerdoelen 8.3:
  • Je leert vergelijkingen oplossen met een balans.

Slide 17 - Tekstslide

De balansmethode:

Slide 18 - Tekstslide

De balansmethode:
3a = a + 10

2a = 10

a = 5
Let op!
- Zorg dat de balans in evenwicht blijft.
- Schrijf links de letters
- Schrijf rechts de getallen.

Slide 19 - Tekstslide

Schrijf de vergelijking op die hoort bij de balans en los de vergelijking op.






Probeer eerst zelf. Op de volgende slide staat de uitwerking.






A
B

Slide 20 - Tekstslide

Schrijf de vergelijking op die hoort bij de balans en los de vergelijking op.






A
B
5x = 3x + 4
2x = 2
x =1
8x = 2x + 6
6x = 6
x=1

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Leerdoelen 7.4:
  • Je leert vergelijkingen oplossen door links en recht van het =-teken hetzelfde te doen.

Slide 23 - Tekstslide

Links en rechts hetzelfde
Om vergelijkingen met een balans op te lossen doe je links en rechts hetzelfde.

Bij negatieve getallen in een vergelijking is het niet mogelijk om een balans te maken.

 Bijvoorbeeld:

Hoe kan ik -3 zakjes knikkers op een balans zetten?
5z+4=3z12

Slide 24 - Tekstslide

Links en rechts hetzelfde
Wij gaan deze vergelijking oplossen zonder een echte balans, maar wel door links en rechts hetzelfde te doen.


1)

2)

3)
5z+4=3z12
1) Haal rechts alle termen met letters weg zodat je alleen links nog termen met letters houdt.

2) Houd links alle losse getallen weg zodat je rechts alleen losse getallen hebt.

3) Los de vergelijking op door links en rechts te delen door het getal dat voor de letter staat. 
8z+4=12
8z=16
z=2

Slide 25 - Tekstslide

Los de volgende vergelijking op:
Doe links en rechts hetzelfde en houd het stappenplan aan.




Probeer het eerst zelf. Op de volgende slide staat de uitwerking.
5a+3=11a+15

Slide 26 - Tekstslide

Los de volgende vergelijking op:
Doe links en rechts hetzelfde en houd het stappenplan aan.
5a+3=11a+15
6a+3=15
6a=12
a=6

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Video

Leerdoelen 7.5:
  • Je leert wat het begrip omslagpunt betekent.
  • Je leert de coördinaten van een omslagpunt berekenen.

Slide 29 - Tekstslide

Omslagpunt
Het snijpunt van twee lineaire grafieken noemen we ook wel het omslagpunt.

Tot het omslagpunt is de ene grafiek groter dan de ander, 
vanaf het omslagpunt is dit tegengesteld.

Slide 30 - Tekstslide

Omslagpunt berekenen
Bereken de coördinaten van het omslagpunt van de volgende twee formules
                               &

1)
2)


3)
4)  Dus de a coördinaat is -5 en de b coördinaat is -15 dus het omslagpunt is (-5,-15)
9a+30=b
1) Maak een vergelijking met de twee formules.

2) Bereken de eerste coördinaat door de vergelijking op te lossen.

3) Bereken de tweede coördinaat door de oplossing in te vullen in één van de twee formules.

4) Schrijf de coördinaten van het omslagpunt op. 
4a+5=b
9a+30=4a+5
5a+30=5
5a=25
a=5
95+30=15
45+5=15

Slide 31 - Tekstslide

Bereken de coördinaten van het omslagpunt: 
&


Probeer het zelf. 
De uitwerking staat op de volgende slide.
20q+180=p
10q+250=p

Slide 32 - Tekstslide

Bereken de coördinaten van het omslagpunt: 
&



20q+180=p
10q+250=p
20q+180=10q+250
10q+180=250
10q=70
q=7
De eerste coördinaat q is dus 7
207+180=320
107+250=320
De tweede coördinaat p is dus 320
De coördinaten van het omslagpunt zijn dus (7,320)
Berken q:




Bereken p:


Omslagpunt:

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Video


Ben je voldoende voorbereid voor de toets? 
😒🙁😐🙂😃

Slide 35 - Poll


Welk cijfer ga je halen?
010

Slide 36 - Poll

Veel succes!
Je kan het!

Slide 37 - Tekstslide