(mavo/havo) H7 de grote Oost-Japanse ramp/aardbveving bij Sendai paragraaf 2

Planning:
  • Introductie
  • Uitleg: paragraaf 2 H7 de grote Oost Japanse ramp + B73,B74
  • maken opdracht 1 t/m 8
  • nabespreken paragraaf 2
  • afsluiting
aan het einde van de les kan/weet je:
  • uitleggen hoe een tsunami ontstaat
  • waarom een tsunami pas gevaarlijk is als hij de kust bereikt
  • uitleggen wat de gevolgen zijn van een tsunami
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Planning:
  • Introductie
  • Uitleg: paragraaf 2 H7 de grote Oost Japanse ramp + B73,B74
  • maken opdracht 1 t/m 8
  • nabespreken paragraaf 2
  • afsluiting
aan het einde van de les kan/weet je:
  • uitleggen hoe een tsunami ontstaat
  • waarom een tsunami pas gevaarlijk is als hij de kust bereikt
  • uitleggen wat de gevolgen zijn van een tsunami

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

uitleg/aantekeningen

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Link

Superbeving
Epicentrum en hypocentrum
Het epicentrum is de plaats aan het aardoppervlak recht boven het hypocentrum. Het hypocentrum is het ondergrondse gebied waar een aardbeving ontstaat.

Slide 5 - Tekstslide

Hoe ontstaat een tsunami?
  • Door een zeebeving met minimaal 7 op de Schaal van Richter

Het hypocentrum van de beving moet niet te diep in de aarde liggen 

De zeebodem wordt een stukje opgetild (het water dus ook!)

Slide 6 - Tekstslide

Ontstaan Tsunami

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Tsunami

Slide 9 - Tekstslide

Hypocentrum & epicentrum B106
Hypocentrum: oorsprong beving binnenin de aarde

Epicentrum: punt recht 
boven de oorsprong van 
de beving op het 
aardoppervlak
Convergentie van platen

Slide 10 - Tekstslide

Schaal van Richter B107
Elk hoger nummer op de schaal
betekent 10 x zwaarder dan het 
vorige nummer

Voorbeeld: 
Kracht 2 is 10x zwaarder dan kracht
1, maar kracht 3 is 100x zwaarder
dan kracht 1

Slide 11 - Tekstslide

De hoogte van een tsunami B109
De golf beweegt met 800 km/u over de zee.

Dichtbij de kust botst de golf
tegen de ondiepere zeebodem aan
De golf kan zijn energie niet meer
kwijt naar voren en moet dus omhoog

Slide 12 - Tekstslide

Gevaar van de tsunami
Een tsunami wordt gevaarlijk in ondiep water. De golf remt dan af en het achterste deel haalt het voorste deel in. De kracht is dan enorm en veroorzaakt heel veel schade.

Slide 13 - Tekstslide

Gevolgen van de tsunami
  • Een jaar na de ramp stond het aantal doden op 15.800, maar er worden ook nog steeds mensen vermist. De materiële schade loopt in de honderden miljarden euro’s.
  • De kernreactor ontplofte en veel mensen moesten worden geëvacueerd. Het was te gevaarlijk om in het gebied te blijven.
  • Veel delen van het ontruimde gebied zijn nog steeds verboden om in te gaan, vanwege de grote straling.

Slide 14 - Tekstslide

Hulp na de ramp
Wat is er nodig om goed hulp te kunnen bieden na een aardbeving (en tsunami)?

Wat maakt de hulpverlening lastig?

Slide 15 - Tekstslide

Hulp na de ramp
Wat is er nodig om goed hulp te kunnen bieden na een aardbeving (en tsunami)?
Speurhonden
Drinkwater
Dekens
Medische hulp
Traumazorg

Slide 16 - Tekstslide


lezen paragraaf 2 H7 aardbeving bij Sendai
maken opdracht 1 t/m 8
gebruik hierbij:
 tekstboek blz. 106/107
werkboek blz. 45/46/47
stoplicht: Rood = stil lezen en werken. Oranje = fluisteren als je wilt overleggen. Groen = normaal praat niveau met werken

lezen paragraaf 2 H7 de grote Oost Japanse ramp + B73,B74
maken opdracht 1 t/m 8
gebruik hierbij:
  • tekstboek blz. 106/107
  • werkboek blz. 45/46/47
stoplicht: Rood = stil lezen en werken. Oranje = fluisteren als je wilt overleggen. Groen = normaal praat niveau met werken
timer
1:00
m/h: zelfstandig werken
kgt: zelfstandig werken

Slide 17 - Tekstslide

herhalen/nabespreken

Slide 18 - Tekstslide

De tsunami was het gevolg van een:.......
A
Vulkaanuitbarsting
B
Een aardbeving
C
Een orkaan
D
Een zeebeving

Slide 19 - Quizvraag

Sleep het juiste woord naar het plaatje (let op de witte vlakjes)
Epi-
centrum
hypo-
centrum
zeebeving
vloedgolf

Slide 20 - Sleepvraag