2hv-3.4 schrijven - leerteksten

Noem jouw twee acties die je hebt opgeschreven om aan lezen te werken! (reflectie toets)
1 / 11
volgende
Slide 1: Open vraag
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Noem jouw twee acties die je hebt opgeschreven om aan lezen te werken! (reflectie toets)

Slide 1 - Open vraag

3.4 Schrijven - leerdoelen - blz. 182
In deze paragraaf leer je:
• hoe je een betogende tekst schrijft;
• hoe je een ingezonden brief schrijft;
• hoe je een blokjesschema gebruikt;
• hoe je beeldend formuleert.

Slide 2 - Tekstslide

Wat is overtuigender?
A
Een betoog met twee argumenten, die sterk zijn.
B
Een betoog met vier argumenten, die niet zo sterk zijn.

Slide 3 - Quizvraag

misschien, wellicht, mogelijk, zou kunnen, eventueel, best wel
Waarom overtuig je niet als je deze woorden gebruikt?

Slide 4 - Open vraag

Welke argumenten vind je sterk?
(Bedenk ook waarom!)
A
Een schooluniform zou een groepsgevoel kunnen creëren.
B
Leerlingen met een schooluniform zijn herkenbaar als leerlingen van één school.
C
Met een schooluniform word je door klasgenoten niet beoordeeld op je kleding.
D
Een schooluniform is netjes.

Slide 5 - Quizvraag

Ingezonden brief:
door wie en waarom wordt de brief geschreven?

Slide 6 - Open vraag

Ingezonden brief lezen - samen met je buur
# Lees tekst 1.
# Beoordeel de brief met de checklist van opdr. 4.

Klaar? Lees leertekst Beeldend formuleren en maak opdr. 12  B, C en D 

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Argument 1 Dat sluit aan bij de leefwereld van leerlingen.
Schrijf een toelichting en een voorbeeld.

Slide 9 - Open vraag

Onthoud A U B = ARGUMENT +
UITLEG ".... , want die zitten in hun vrije tijd veel op social media."
signaalwoord redengevend verband + uitleg
BIJVOORBEELD "Zo is de helft van de jongeren actief op Instagram."
signaalwoord toelichtend verband + voorbeeld

Slide 10 - Tekstslide

Aan het werk -- in je schrift
7b - bedenk een sterker argument dan argument 2
7c - welk argument is het sterkste en waarom?

Leertekst Beeldend schrijven - opdr. 12 c en d
Volgende les start je met schrijfopdracht "Ingezonden brief".

Slide 11 - Tekstslide