Chapitre 2 E (+hh D 3e x) 19-2

Wat weten we al van unité 2?
Chapitre 2D (hh) + E

Prends ton livre et ton iPad!


1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Wat weten we al van unité 2?
Chapitre 2D (hh) + E

Prends ton livre et ton iPad!


Slide 1 - Tekstslide

Buts (leerdoelen)
-Je kunt de voorzetsels à + de + lidwoord gebruiken (herhaling)
-Je kunt de belangrijkste info uit een geluidsfragment begrijpen
-Je kent woorden die te maken hebben met vrije tijd
-Je kent woorden om je mening te geven

Slide 2 - Tekstslide

À + le / la
Dit gebruik je voor "in, naar, op, bij..."

Slide 3 - Tekstslide

À + bepaald lidwoord herhaling
Dit gebruik je voor "in, naar, op, bij..."

à + le = ..    ->  Je vais .. concert (M) = ik ga naar het concert  
à + les = .. -> J'ai été .. concerts (M) = ik ben naar de concerten geweest
 

Slide 4 - Tekstslide

À + bepaald lidwoord herhaling
Dit gebruik je voor "in, naar, op, bij..."

à + le = au    ->  Je vais au concert (M) = ik ga naar het concert  
à + les = .. -> J'ai été .. concerts (M) = ik ben naar de concerten geweest
 

Slide 5 - Tekstslide

À + bepaald lidwoord herhaling
Dit gebruik je voor "in, naar, op, bij..."

à + le = au    ->  Je vais au concert (M) = ik ga naar het concert  
à + les = aux -> J'ai été aux concerts (M) = ik ben naar de concerten geweest
 

Slide 6 - Tekstslide

À + bepaald lidwoord herhaling
Dit gebruik je voor "in, naar, op, bij..."
 
à + la = .... -> J'ai achteté .. caisse (v)  = ik heb aan de kassa gekocht
à + l' = à l'.... -> J'ai une fête ... école = ik heb een feest op school
(bij een woord dat begint op een klinker)

Slide 7 - Tekstslide

À + bepaald lidwoord herhaling
Dit gebruik je voor "in, naar, op, bij..."
 
à + la = à la.. -> J'ai achteté à la caisse (v)  = ik heb aan de kassa gekocht
à + l' = à l'.... -> J'ai eu une fête a l'école = ik heb een feest op school (bij een woord dat begint op een klinker)

Slide 8 - Tekstslide

Je m 'intéresse ....... ?
A
à l'art
B
a les art
C
au art
D
aux art

Slide 9 - Quizvraag

Tu as participé .. tournoi (m) de tennis?
A
à la
B
à les
C
au
D
aux

Slide 10 - Quizvraag

Je suis ... maison (V)
A
à la
B
à l'
C
au
D
aux

Slide 11 - Quizvraag

Vous êtes allés ...
cinémas (m)?
A
a la
B
a l'
C
au
D
aux

Slide 12 - Quizvraag

de + bepaald lidwoord
Betekenis = van de / van het 

Slide 13 - Tekstslide

de + bepaald lidwoord = van de/van het
de + le = ..
Le nouveau film .. cinéma = De nieuwe film van de bioscoop

Slide 14 - Tekstslide

de + bepaald lidwoord = van de/van het
de + le = du 
Le nouveau film du cinéma = De nieuwe film van de bioscoop

Slide 15 - Tekstslide

de + bepaald lidwoord = van de/van het
de + la = ...

C'est la guitare .. chanteuse (V) = het is de gitaar van de zangeres

Slide 16 - Tekstslide

de + bepaald lidwoord = van de/van het
de + la = de la

C'est la guitare de la chanteuse (V) = het is de gitaar van de zangeres

Slide 17 - Tekstslide

de + bepaald lidwoord = van de/van het
de + l' = .....

Il est le pilote ..... avion = Hij is de piloot van het vliegtuig

Slide 18 - Tekstslide

de + bepaald lidwoord = van de/van het
de + l' = de l'....

Il est le pilote de l'avion = Hij is de piloot van het vliegtuig

Slide 19 - Tekstslide

de + bepaald lidwoord = van de/van het
de + les = ... 

Les films ... acteurs = de films van de acteurs

Slide 20 - Tekstslide

de + bepaald lidwoord = van de/van het
de + les = des 

Les films des acteurs = de films van de acteurs

Slide 21 - Tekstslide

Quel est le résultat .... match de foot?
A
du
B
de la
C
de l'
D
des

Slide 22 - Quizvraag

Tu as vu le lapin ... voisins (m)?
A
du
B
de la
C
de l'
D
des

Slide 23 - Quizvraag

J'ai l'addresse ... restaurant français à Hilversum.
A
du
B
de la
C
de l'
D
des

Slide 24 - Quizvraag

Il a pris des photos .. fête (V)?
A
du
B
de la
C
des
D
des

Slide 25 - Quizvraag

Faire ensemble
Vocabulaire E + F Prononciation (page quatre-vingt-sept)

Exercise 20 (écouter)



Slide 26 - Tekstslide

Regarder
Exercise 19 (regarder un film)
-Beantwoord de volgende vragen over Paolo en Lucas:
-Wat is hun relatie met Nederland?
-Paolo spreekt zich zelf tegen in het filmpje. Leg uit. Vindt hij surfen een makkelijke sport? leg uit
-Lucas; wat is zijn specialiteit? Wat is zijn positie bij baseball? Wat voor verschillende trainingen zijn er?


Slide 27 - Tekstslide

Huiswerk vrijdag 20-1
Leren vocabulaire F (E herhalen)
Daarna lezen pagina 77 "Le coin presse"


Slide 28 - Tekstslide