laatste les
1 / 33
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
De bank in het plaatje is ...
A
Levend
B
Dood
C
Levenloos
Slide 4 - Quizvraag
In welke levensfase zitten jullie nu?
Slide 5 - Open vraag
Poortje
Navel
Zaadhui
Slide 6 - Sleepvraag
In cellen van welk organisme kan fotosynthese plaats vinden?
A
een mens
B
een slang
C
een boom
D
een paddenstoel
Slide 7 - Quizvraag
Slide 8 - Tekstslide
Welk orgaan van een plant zie je hier?
A
Blad
B
Stengel
C
Wortel
D
Bloem
Slide 9 - Quizvraag
Long
Lever
Nier
Hart
Maag
Slide 10 - Sleepvraag
In welk onderdeel van een cel zitten chromosomen?
A
Celkern
B
Celmembraan
C
Celplasma
D
Bladgroenkorrels
Slide 11 - Quizvraag
Zet op de goede volgorde: 1 celdeling, 2 kerndeling, 3 plasmagroei, 4 moedercel, 5 dochtercellen
A
5, 3, 2, 1, 4
B
1, 2, 4, 3, 5
C
2, 4, 3, 5, 1
D
4, 2, 1, 3, 5
Slide 12 - Quizvraag
Slide 13 - Tekstslide
Welk onderdeel is met groen aangegeven?
Slide 14 - Open vraag
Als je de revolver op de blauwe vergroting hebt, hoeveel wordt het beeld dan vergroot?
A
10
B
40
C
100
D
400
Slide 15 - Quizvraag
Slide 16 - Tekstslide
Waarmee planten schimmels zich voort?
A
Zaden
B
Sporen
C
Celdeling
D
Geslachtsgemeenschap
Slide 17 - Quizvraag
Schimmel
Bacterie
Plantaardige cel
Dierlijke cel
Slide 18 - Sleepvraag
Wat voor soort gewervelden zijn mensen?
Slide 19 - Open vraag
Slide 20 - Tekstslide
Sleep de namen van de organen van de bloem naar de juiste plaats.
stempel
vruchtbeginsel
stijl
kelkblad
helmknop
helmdraad
bloemsteel
kroonblad
Slide 21 - Sleepvraag
Bij windbloemen is het belangrijk dat ze een felle kleur hebben
A
juist
B
onjuist
Slide 22 - Quizvraag
Windbloem
Insectenbloem
Windbloem
Insectenbloem
Slide 23 - Sleepvraag
Slide 24 - Tekstslide
Als je een spier samentrekt, wordt de spier....
A
korter en dikker
B
langer en dunner
C
korter en dunner
D
langer en dikker
Slide 25 - Quizvraag
Hebben de botten van bejaarden meer of minder lijmstof dan baby´s?
A
Meer
B
Minder
Slide 26 - Quizvraag
Hoe heet het bot bij nr 10?
A
Opperbeen
B
Heupbeen
C
Dijbeen
Slide 27 - Quizvraag
Welke beenverbindingen zijn beweeglijk
A
1, 2 en 3
B
1 en 2
C
2 en 3
D
1 en 3
Slide 28 - Quizvraag
Slide 29 - Tekstslide
Een invloed uit de omgeving die kan worden opgevangen door een zintuig noemen we:
A
Impuls
B
Prikkel
C
Signaal
D
Waarneming
Slide 30 - Quizvraag
Hoe heet nummer 8?
Slide 31 - Open vraag
Met welk zintuig vang je de prikkel geluid op?
A
Oren
B
Neus
C
Ogen
D
Huid
