2v - H3 - Bron A + l'éphinanie

Ce n'est pas cher!
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Ce n'est pas cher!

Slide 1 - Tekstslide

elle est branché

Slide 2 - Tekstslide

Chapitre 3 - Faire les magasins

Slide 3 - Tekstslide

Getallen 
10 = dix
20 = vingt
30 = trente
40 = quarante 
50 = cinquante
60 = soixante 

Slide 4 - Tekstslide

quinze =

Slide 5 - Open vraag

trente-trois =

Slide 6 - Open vraag

soixante-cinq =

Slide 7 - Open vraag

cinquante-neuf =

Slide 8 - Open vraag

trente-six =

Slide 9 - Open vraag

vingt-sept =

Slide 10 - Open vraag

quatorze =

Slide 11 - Open vraag

24 =

Slide 12 - Open vraag

11 =

Slide 13 - Open vraag

43

Slide 14 - Open vraag

57 =

Slide 15 - Open vraag

le vêtement =

Slide 16 - Open vraag

la jupe =

Slide 17 - Open vraag

le pull =

Slide 18 - Open vraag

l'argent =

Slide 19 - Open vraag

la taille =

Slide 20 - Open vraag

Pak je schrift!

Slide 21 - Tekstslide

Vertaal de volgende beschrijvingen:
  1. il porte un pull rouge
  2. elle porte un pantalon noir
  3. je porte une robe rose
  4. il porte un nouveau vêtement
  5. son t-shirt est moche
  6. elle est sportive  

Slide 22 - Tekstslide

Au travail!
Blz. 98

Faire exercice 5A + 5B +5D + 5E
Faire exercice 6 + 7A

Apprendre blokje B FR-NL

Slide 23 - Tekstslide

Au travail! 
Kledingopdracht 

Slide 24 - Tekstslide

Schrijf over in je schrift:
1. Hoeveel dagen na kerst is l'épiphanie? 
2. Uit welk land komt het woord: épiphanie?
3. Naar welke 3 personen verwijst 'la fête des rois'?
4. Welke 3 kado's gaven deze personen?
5. Welke 3 ingrediënten zitten er in een 'Gallette des Rois?'
6. Wat is 'une fève'? 
7. Hoeveel soorten 'gallette des Rois' heeft Frankrijk?
8. Hoeveel 'gallette des Rois'  eten Fransen per jaar?


Slide 25 - Tekstslide

 L'épiphanie
Le six janvier 

Une galette des Rois

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video

Au travail!
Bekijk de video op de volgende dia.

Schrijf de volgende antwoorden in je schrift op:

  1. Wat voor ingrediënten moeten er in de taart? (het zijn er 5)
  2. Op hoeveel graden moet de oven staan?
  3. Hoelang moet de taart in de oven?

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Video

Quizlet 

Slide 30 - Tekstslide