§5.1 Reacties en reactieproducten

§5.1 Reacties en reactieproducten
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
Nask2Middelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

§5.1 Reacties en reactieproducten

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planning
  • §5.1 Reacties en reactieproducten
  • Maken opgaven
  • Nakijken opgaven

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen 5.1 Reacties en reactieproducten
  • Ik kan aan de hand van de molecuulformule van een brandstof voorspellen welke verbrandingsproducten ontstaan.
  • Ik kan zuurstof en waterstof aantonen met aantoningsreacties.
  • Ik kan de reactieproducten koolstofdioxide en water aantonen met reagentia.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verbrandingsproducten
Verbrandingsproducten: reactieproducten die ontstaan bij een verbranding.

Opdracht: zoek verschillen én overeenkomsten.
Verbranding aardgas: CH4 + 2 O2 → CO2 + 2 H2O
Verbranding benzine: 2 C8H18 + 25 O2 → 16 CO2 + 18 H2O

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verbrandingsproducten
Element
Verbrandingsproduct
C
CO2
H
H2O
S
SO2

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verbrandingsproducten bevatten altijd de atoomsoort:
A
C
B
O
C
S
D
H

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


De verbrandingsproducten bij de volledige verbranding van C2H6
A
C,H,N
B
CO2 en H2O
C
SO2 en H2O
D
CO en H2O

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


De verbrandingsproducten bij de volledige verbranding van C2H5S
A
C,H,S
B
CO2 en H2O
C
CO2, SO2 en H2O
D
CO en H2O

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


De verbrandingsproducten bij de volledige verbranding van C12H26
A
Co en CO2
B
CO en H2O
C
H2O
D
CO2 en H2O

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Oxiden
Oxide: verbinding met zuurstof
  • Koolstofdioxide (CO2)
  • Zwaveldioxide (SO2)
  • Water (H2O)
Metaaloxide: Metalen kunnen reageren met zuurstof; dat noem je oxideren. Er ontstaan dan metaaloxiden.
  • IJzeroxide (ontstaat als ijzer reageert met zuurstof: roesten)
  • Natriumoxide

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aantoningsreacties
Aantoningsreactie: is een reactie waarmee je de aanwezigheid
van een bepaalde stof aantoont.

  • Aantonen van zuurstof
  • Aantonen van waterstof
  • Aantonen van water
  • Aantonen van koolstofdioxide

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aantoningsreacties
Een reagens = een stof die je kunt gebruiken om een specifieke stof aan te tonen. 


Slide 12 - Tekstslide

Met ‘specifiek’ wordt bedoeld dat het reagens maar op één stof mag reageren.
Aantonen van zuurstof en waterstof

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aantonen van water
Water kan worden aangetoond met wit kopersulfaat

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aantonen van koolstofdioxide
Koolstofdioxide kan worden aangetoond met helder kalkwater. Wanneer je koolstofdioxide door kalkwater leidt, wordt het troebelwit

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk reagens wordt gebruikt voor het aantonen van water?
A
gloeiende houtspaander
B
helder kalkwater
C
wit kopersulfaat
D
blafgeluid

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Maken opgave 4, 6 t/m 10
(vanaf blz. 76)

Klaar? Leer de elementen
(blz. 19)

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4
  • a. C, H en S
  • b. Koolstof, waterstof, zwavel
  • c. Koolstofdioxide (CO2), water (H2O) en zwaveldioxide (SO2)

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

6
  • a. water (H2O) en zwaveldioxide (SO2
  • b. water
  • c. waterstof
  • d. zuustof

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

7
  • a. calciumoxide
  • b. water

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

8
  • a. Wit kopersulfaat erbij. Kleurt het blauw? dan is er nog water aanwezig. 
  • b. Breng in contact met helder kalkwater. Wordt het troebel? dan is er koolstofdioxide aanwezig. 
  • c. mengsel opvangen in een reageerbuis. Hoor je een ''plop''? waterstof is aanwezig.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

9
  • a. Gloeiende houtspaander erbij houden. Gaat de houtspaander harder gloeien/branden? dan is er zuurstof aanwezig. 
  • b. Je gebruikt liever geen vuur ivm brandgevaar. 

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

10
  • a. Elektrolyse
  • b. -
  • c. IV: er ontstaat 2x zoveel waterstof als zuurstof (H2O)
  • d. Hij hoort ''plop''. 
  • e. A
  • f. D

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies