2A haben, sein & werden im Präsens

Quiz: das Verb sein im Präsens & Wortschatz Kapitel 1
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Quiz: das Verb sein im Präsens & Wortschatz Kapitel 1

Slide 1 - Tekstslide

Persoonlijke voornaamwoorden (Personalpronomen) in het Duits
Hoe werken ze?

Slide 2 - Tekstslide

Het werkwoord sein
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
bin
bist
ist
sind
seid
sind

Slide 3 - Sleepvraag

ihr .................... (sein)
A
bist
B
sind
C
bin
D
seid

Slide 4 - Quizvraag

Agnes und Martin .............
A
seid
B
sind
C
bist
D
ist

Slide 5 - Quizvraag

Das Kind ............
A
bin
B
bist
C
ist
D
seid

Slide 6 - Quizvraag

Warum ............. Sie hier?
A
seid
B
bist
C
ist
D
sind

Slide 7 - Quizvraag

du .................... (sein)
A
bist
B
bin
C
ist

Slide 8 - Quizvraag

Was ............ deine Handynummer ?

Slide 9 - Open vraag

Warum .......... ihr jetzt in Hamburg?

Slide 10 - Open vraag

Meine Schwester ............ 40 Jahre alt.

Slide 11 - Open vraag

Schrijf de getallen van 10 t/m 20 in het Duits

Slide 12 - Open vraag