Letterlijk en figuurlijk taalgebruik

Nederlands - Klas M2
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Nederlands - Klas M2

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
-Je weet wat letterlijk taalgebruik is;
-Je kunt letterlijk taalgebruik herkennen;
-Je weet wat figuurlijk taalgebruik is;
-Je kunt figuurlijk taalgebruik herkennen;
-Je weet welke functies figuurlijk taalgebruik kan hebben;
-Je weet voor welke groepen figuurlijk taalgebruik lastig is.

Slide 2 - Tekstslide

Papiamentu
-Het ontstaan van Papiamentu
-Invloed van Spanje, Portugal en Nederland

-De functie van het Papiamentu

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Letterlijk taalgebruik
Als je iets precies zo bedoelt zoals je het zegt, dan noem je dat 'letterlijk'. 

Je woorden hebben niet nog een andere betekenis.

-Ik ben op school.
-Vandaag draag ik een spijkerbroek.

Slide 5 - Tekstslide

Figuurlijk taalgebruik I
Je kan ook zinnen en woorden gebruiken die niet altijd betekenen wat er staat. Dit noem je 'figuurlijk taalgebruik'.
Kijk maar eens:

-Tamara struikelde over haar woorden.
-Hij heeft dat al honderd keer verteld!
-Ik schrok me dood!

Slide 6 - Tekstslide

Figuurlijk taalgebruik II
Het is soms best lastig om te weten wat in een andere taal 'figuurlijk' taalgebruik is.

Als Papiaments je moedertaal is, dan weet je vaak ook beter wat mensen letterlijk bedoelen en wat mensen figuurlijk bedoelen.

Hetzelfde geldt natuurlijk als Spaans je moedertaal is.

Slide 7 - Tekstslide

Figuurlijk taalgebruik III
Bekijk de volgende zinnen eens:

Papiaments: Kachó ku ta grita no ta morde
Nederlands: Blaffende honden bijten niet
Papiaments: Traha manera buriku
Nederlands: (Hij/zij) is een werkpaard



Slide 8 - Tekstslide

Ken je zelf ook nog een voorbeeld in het Papiamentu, Spaans, Nederlands of Engels?

Slide 9 - Open vraag

Kan je een voorbeeld geven van figuurlijk taalgebruik in het Nederlands?

Slide 10 - Open vraag

Die gast is echt een boom van een vent!
A
Dit is letterlijk bedoeld
B
Dit is figuurlijk bedoeld

Slide 11 - Quizvraag

De serie op Netflix vind ik erg spannend.
A
Dit is letterlijk bedoeld
B
Dit is figuurlijk bedoeld

Slide 12 - Quizvraag

Mijn oma heeft vijf gouden ringen.
A
Dit is letterlijk bedoeld
B
Dit is figuurlijk bedoeld

Slide 13 - Quizvraag

Die jongen loopt met zijn hoofd in de wolken.
A
Dit is letterlijk bedoeld
B
Dit is figuurlijk bedoeld

Slide 14 - Quizvraag

Waarom wordt er in veel talen figuurlijk taalgebruik gebruikt?

Slide 15 - Open vraag

Functies figuurlijk taalgebruik
-Overdrijven
-Iets benadrukken
-Beleefdheid
-Onderscheiden

Slide 16 - Tekstslide

Figuurlijk taalgebruik
Om te weten of iemand iets figuurlijk bedoelt, is het erg belangrijk dat je de taal goed spreekt en begrijpt.

Vooor jonge kinderen en mensen die een nieuwe taal leren spreken is figuurlijk taalgebruik erg moeilijk te begrijpen.

Slide 17 - Tekstslide

Waarom zou dat zo zijn?

Slide 18 - Open vraag

Aan de slag
-Als je klaar bent met deze week, dan kan je verder gaan met de opdrachten voor volgende week.
-Je begint met 10 minuten zelfstandig werken in stilte.
timer
10:00

Slide 19 - Tekstslide

Afronding
Je hebt deze les geleerd:

-Wat het verschil is tussen letterlijk en figuurlijk taalgebruik is;
-Je weet een aantal functies van figuurlijk taalgebruik;
-Je weet voor welke groepen figuurlijk taalgebruik lastig is en je kunt dit ook uitleggen.

Slide 20 - Tekstslide