4H inleiding biologie BS 3

Thema 1: Basisstof 3
Plantaardige en Dierlijke cellen

+ Microscoop
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Thema 1: Basisstof 3
Plantaardige en Dierlijke cellen

+ Microscoop

Slide 1 - Tekstslide

Wat kan je nog herinneren van vorige les? Wat heb je onthouden?

Slide 2 - Open vraag

torso van een man
lever
maag
strottenhoofd
long
hart
middenrif
dikke darm
dunne darm

Slide 3 - Sleepvraag

Wat is een orgaanstelsel?
A
organisme
B
allemaal cellen bij elkaar die een functie hebben
C
organen die samen een functie hebben.
D
weefsel

Slide 4 - Quizvraag

Hiernaast zie je een orgaanstelsel. Welk orgaanstelsel is dit?
A
Ademhalingsstelsel
B
Bloedvatenstelsel
C
Beenderstelsel
D
Verteringsstelsel

Slide 5 - Quizvraag

Slide 6 - Tekstslide

Wat is een weefsel?
timer
0:20
A
Een orgaan met een bepaalde functie.
B
Een groep cellen met dezelfde functie.
C
Verschillende cellen met een andere functie.
D
Een orgaanstelsel opgebouwd uit cellen.

Slide 7 - Quizvraag

Organisme
Weefsel
Cel
Organen
Orgaanstelsel

Slide 8 - Sleepvraag

Slide 9 - Tekstslide

Celkern
Bevat DNA en stuurt de cel aan

Slide 10 - Tekstslide

Vacuole
De vacuole is een met vloeistof gevuld blaasje. Dit is de opslagplaats van de cel. Hierin bevindt zich de voorraad bouwstenen om onder andere eiwitten te kunnen maken.

Slide 11 - Tekstslide

Celwand
- Plantencellen hebben een celwand om het celmembraan heen

- Een celwand maakt geen deel uit van de cel
- Intercellulaire ruimtes (met water of lucht)



Slide 12 - Tekstslide

Het membraan
Scheidt het inwendige van de cel van zijn omgeving. Er vind selectieve opname en afgifte van stoffen plaats.

Slide 13 - Tekstslide

Membranen
Cytoplasma = grondplasma + organellen
Celmembraan
Celkern: kernplasma - kernmembraan
Vacuole: vacuolevocht - vacuolemembraan

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Welke onderdelen zitten er in een dierlijke cel?

Slide 16 - Open vraag

Slide 17 - Tekstslide

Sleep het juiste woord naar de plek op de microscoop
stelschroef
diafragma
tafel
objectief
tubus

Slide 18 - Sleepvraag

Microscoop 

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Als je een microscoop wil tillen, waar pak je de microscoop?
A
Bij de tubus en statief
B
Bij het statief en de voet
C
Bij de tafel en de voet
D
Bij de revolver en tafel

Slide 21 - Quizvraag

Hoe heet het blauwe gedeelte?

Slide 22 - Open vraag

Wat is de functie daarvan

Slide 23 - Open vraag

Wat kun je doen met de revolver van een microscoop?

Slide 24 - Open vraag

Wel in een dierlijke cel
Niet in een dierlijke cel
Sleep de tekst naar de goede plek!
Celkern
Celwand
Celmembraan
Bladgroenkorrels

Slide 25 - Sleepvraag

Deel 7 heet...
A
Lens
B
Tubus
C
Oculair
D
Objectief

Slide 26 - Quizvraag

Heeft een dierlijke cel cytoplasma?
A
Ja
B
Nee

Slide 27 - Quizvraag

De lichtregelaar van de microscoop
A
tubus
B
revolver
C
diafragma
D
kleine schroef

Slide 28 - Quizvraag

Bij een microscoop kijk je door het...
A
objectief
B
oculair
C
diafragma
D
tubus

Slide 29 - Quizvraag

Dierlijke cel
A
B
C
D

Slide 30 - Quizvraag

Het oculair van een microscoop vergroot 10×.
Het objectief van deze microscoop vergroot 4×.
Wat is de totale vergroting van deze microscoop?

Slide 31 - Open vraag

Je ziet hier een plaatje van een dierlijke cel.
Welk onderdeel heeft de dierlijke cel niet?
A
Celwand
B
Celkern
C
Celplasma
D
Celmembraan

Slide 32 - Quizvraag

Huiswerk
Maken opdr. 19 t/m 26

Slide 33 - Tekstslide