Reflecties herkennen in een gesprek
1. Docent: “Hoe gaat het thuis met het maken van huiswerk?”
Student: “Als ik eenmaal begonnen ben dan gaat het wel goed, dan maak ik het wel af.”
2. Docent: “Je vindt het nog lastig om te beginnen.”
Student: “Ja, ik stel het de hele tijd uit.”
3. Docent: “En daardoor ben je later klaar met jouw huiswerk.”
Student: “Ja, klopt. Gisteren wilden we thuis ’s avonds nog een serie kijken. Dat doen we dan samen. Nu moesten ze op mij wachten.”
4. Docent: “Hoe was dat voor jou?”
Student: “Niet zo leuk, ze gaan dan op me mopperen. En ik baal er dan ook van dat ik nog ’s avonds huiswerk moet maken.”
Wat kan nu een reflectie of open vraag zijn?