De paaskring: Les 1 - Veel, heel veel maskers (met PPT)
1 / 30
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Wat is Carnaval?
Schrijf het op in twee zinnen.
Je mag ook enkele emoji's gebruiken.
Slide 2 - Open vraag
Wat heeft Carnaval met Godsdienst te maken?
Schrijf het op in één zin.
Je mag ook enkele emoji's gebruiken.
Slide 3 - Open vraag
Vier jij graag Carnaval?
😒🙁😐🙂😃
Slide 4 - Poll
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Link
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Video
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Link
Wat mochten volwassenen niet doen tijdens de vasten?
A
snoepen
B
vlees eten
C
bidden
D
dansen
Slide 11 - Quizvraag
Waarom bewaarden kinderen lekkers in een snoeptrommeltje?
A
omdat het niet mocht tijdens de vasten
B
omdat ze het niet lekker vonden
C
omdat ze het wilden delen
D
omdat ze bang waren dat het anders zou smelten
Slide 12 - Quizvraag
Carnaval komt van de woorden 'carne vale'. Wat betekenen deze woorden?
A
Kom verkleed.
B
Lach veel.
C
Vaarwel vlees.
D
Vier feest.
Slide 13 - Quizvraag
Hoe lang duurt de vasten?
A
30 dagen
B
40 dagen
C
50 dagen
D
60 dagen
Slide 14 - Quizvraag
Hoe noem je de woensdag na Carnaval?
A
Kruisjeswoensdag
B
Eitjeswoensdag
C
Bloemenwoensdag
D
Aswoensdag
Slide 15 - Quizvraag
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Link
Slide 18 - Video
Slide 19 - Tekstslide
Heb jij een persoonlijk geluksgetal?
Zo ja, welk en waarom?
Slide 20 - Open vraag
Ken jij nog de symbolische betekenis van het getal 13?
Slide 21 - Open vraag
40 is in de Bijbel een symbolisch getal.
Ken jij enkele verhalen waarin dit getal voorkomt?
Slide 22 - Open vraag
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Tekstslide
Slide 26 - Tekstslide
Waarom denk je dat het krijgen van een kruisje van as op je
voorhoofd op Aswoensdag belangrijk is voor de mensen die vasten?
Wat betekent het volgens jou?
