2.2 New vocab.+Ordinals+Days of the week+Writing DATES

1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

  • Ordinals (rangtelwoorden-herhaling)
  • Days of the week and months
  • Writing dates
  • Working on your weektask

Slide 2 - Tekstslide

Ordinal numbers

Slide 3 - Tekstslide

Ordinal numbers

Rangtelwoorden 

Maar wat zijn rangtelwoorden?


Slide 4 - Tekstslide

Ordinal numbers

Rangtelwoorden gebruik je om aan te geven op welke plek (rang) iets of iemand staat. 




Slide 5 - Tekstslide

Rangtelwoorden

eerste - 1e
tweede - 2e
derde - 3e
vierde - 4e
vijfde - 5e 
Ordinal numbers

first - 1st 
second - 2nd 
third - 3rd 
fourth - 4th 
fifth - 5th  

Slide 6 - Tekstslide

Regel
Om een rangtelwoord in het Engels te schrijven is er één regel (met wat uitzonderingen)



Slide 7 - Tekstslide

Regel
Om een rangtelwoord in het Engels te schrijven is er één regel (met wat uitzonderingen)

plak 
-th 
achter het nummer 

Slide 8 - Tekstslide

plak
-th
achter het nummer



four --> fourth --> 4th
eight --> eighth --> 8th 
fifteen --> fifteenth --> 15th
Uitzonderingen:

one --> first --> 1st 
two --> second --> 2nd 
three --> third --> 3rd 

nine --> ninth --> 9th 
twelve --> twelfth --> 12th 
twenty --> twentieth - 20th

Slide 9 - Tekstslide

Rangtelnummers (ordinal numbers)

Slide 10 - Tekstslide

Days of the week

Slide 11 - Tekstslide

Months of the year

Slide 12 - Tekstslide

Writing dates: 

Slide 13 - Tekstslide

3rd

Slide 14 - Open vraag

4th

Slide 15 - Open vraag

9th

Slide 16 - Open vraag

1st

Slide 17 - Open vraag

20th

Slide 18 - Open vraag

21st

Slide 19 - Open vraag

2nd

Slide 20 - Open vraag

Exercise 1 - Practise more with ordinal numbers
(online exercise)

Slide 21 - Tekstslide

Days of the week

Slide 22 - Tekstslide

What's the English for 'maandag'?
A
Friday
B
Monday
C
Saturday

Slide 23 - Quizvraag

What's the English for 'donderdag'?
A
Thursday
B
Monday
C
Tuesday

Slide 24 - Quizvraag

What's the English for 'zondag'?
A
Sunday
B
Saturday
C
Tuesday

Slide 25 - Quizvraag

What's the English for 'woensdag'?
A
Sunday
B
Saturday
C
Wednesday

Slide 26 - Quizvraag

What is your favourite day of the week?
Monday
Tuesday
Wednesday
Thursday
Friday
Saturday
Sunday

Slide 27 - Poll

What day is it today?

Slide 28 - Open vraag

Months of the year

Slide 29 - Tekstslide

Writing dates: 

Slide 30 - Tekstslide

Work on your Weekly task:
Do: 
1. ex. 9,11, p. 55
2. ex. 17,18,19,20,23,24 page 61
Study: Words 2.2

timer
20:00

Slide 31 - Tekstslide

Practice

Click HERE to do an exercise on ordinal numbers

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide