11.4 Rekenen met decimale getallen

1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Schrijf de breuk als een decimaal getal

1007
A
7,0
B
0,7
C
0,07
D
0,007

Slide 3 - Quizvraag

gelijk aan
groter dan
Kleiner dan
ongelijk aan
=
>
<

Slide 4 - Sleepvraag

Slide 5 - Tekstslide

Vul in: <, > of =
104..........0,6
A
<
B
>
C
=
D
?

Slide 6 - Quizvraag

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Voorbeelden
54,81 x 10 = 548,1                     10 x 1,9 = 19
54,81 x 100 = 5481                   100 x 1,234 = 123,4
54,81 x 1000 = 54810              1000 x 7,01 = 7010

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

x 10 betekent dat de komma ... plekken naar ... opschuift

Slide 11 - Woordweb

x 100 betekent dat de komma ... plekken naar ... opschuift

Slide 12 - Woordweb

x 1000 betekent dat de komma ... plekken naar ... opschuift

Slide 13 - Woordweb

Slide 14 - Tekstslide

Voorbeelden
1237 : 10 = 123,7                    1,8 : 10 = 0,18
1237 : 100 = 12,37                 372,4 : 100 = 3,724
1237 : 1000 = 1,237               12 548 : 1000 = 12,548


Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

: 10 betekent dat de komma ... plekken naar ... opschuift

Slide 17 - Woordweb

: 100 betekent dat de komma ... plekken naar ... opschuift

Slide 18 - Woordweb

: 1000 betekent dat de komma ... plekken naar ... opschuift

Slide 19 - Woordweb

Je kunt vermenigvuldigen met 1000; 100; 10; 0,1; 0,01 en 0,001

78,295 : 100 = 0,78295
A
Waar
B
Niet waar

Slide 20 - Quizvraag

Je kunt vermenigvuldigen met 000; 100; 10; 0,1; 0,01 en 0,001

78,295 x 100 = 78,29500
A
Waar
B
Niet waar

Slide 21 - Quizvraag

Je kunt vermenigvuldigen met 000; 100; 10; 0,1; 0,01 en 0,001

78,295 : 10 = 7,8295
A
Waar
B
Niet waar

Slide 22 - Quizvraag

100 x 8,78 =
A
0,878
B
8,78
C
87,8
D
878

Slide 23 - Quizvraag

278 : 10 =
A
278
B
27,8
C
2,78
D
0,278

Slide 24 - Quizvraag

278 : 1000 =
A
278
B
27,8
C
2,78
D
0,278

Slide 25 - Quizvraag

Einde uitleg...
En ga actief aan de slag met...
Pak je boek en maak:

11.4 Rekenen met decimale getallen
 blz 66 t/m 71
Huiswerk voor de volgende les!!!

Slide 26 - Tekstslide