3C - 31-8-2023 - Unit 1 - les 3

Engels
Welcome 3C
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Engels
Welcome 3C

Slide 1 - Tekstslide

Unit 1 - History
Lesson 3 - Grammar (page 13)
- Learning Goals
- Checking homework
- Grammar + Reading
- Practise
- Homework



Slide 2 - Tekstslide

Unit 1 - History
Checking homework, exercises 7 + 8 (p.13)



Slide 3 - Tekstslide

Unit 1 - History
Voeg jezelf toe aan de klas in LessonUp (als je dat nog niet hebt gedaan):
* ga naar je magistermail
* klik op de link in het mailtje dat je 29/8 van mij gekregen hebt
* vul de gevraagde gegevens in
   - gebruik je schoolmail
   - gebruik je voor- en achternaam
*of log in als je al een account hebt met
   deze code: yksxi 

Slide 4 - Tekstslide

Grammar - Past Simple
Je gebruikt de Past Simple als iets in het verleden gebeurd is en het belangrijk is wanneer het gebeurd is.



Key words: 
bijv. last night, in 2015, this morning, five minutes ago

Slide 5 - Tekstslide

Past Simple
What
Past simple
When
Om aan te geven dat iets in het verleden is gebeurd.
How
Met -ed OF een onregelmatige vorm.
Signal words
Yesterday, last week, last month, two days ago, four days ago, months ago, etc.
Examples
He walked her home last night.
I talked to him yesterday.
She swam a lot in her spare time during the holidays.
Our math teacher taught us a lot last year

Slide 6 - Tekstslide

Past Simple

Slide 7 - Tekstslide

Choose the correct Past Simple form:

Nancy ....... with her friends yesterday.
A
has played
B
played
C
plaied
D
did played

Slide 8 - Quizvraag

Choose the correct Past Simple form:
Famke Louise ...... another bad concert last night.
A
haved
B
gived
C
has done
D
gave

Slide 9 - Quizvraag

Choose the correct Past Simple form:

........ for his test?
A
Did he studyed
B
Did he studied
C
Studied he?
D
Did he study

Slide 10 - Quizvraag

Choose the correct Past Simple form:

I ..... him with his test.
A
didn't helped
B
didn't help
C
helped not
D
didn't helping

Slide 11 - Quizvraag

Grammar: who/which
Who en which zijn betrekkelijke voornaamwoorden. Je gebruikt ze om extra informatie te geven over het woord waar het bij hoort.

who gebruik je voor personen

which gebruik je voor dingen

Slide 12 - Tekstslide

Wat komt er op de plaats van de puntjes?
Who or which?

This is the man ...... invented the computer.
A
who
B
which

Slide 13 - Quizvraag

who or which:

Is this the bank ..... was robbed?
A
who
B
which

Slide 14 - Quizvraag

who or which:
The book ..... is on the table belongs to me.
A
who
B
which

Slide 15 - Quizvraag

who or which:
The artist ..... sings this song is beautiful
A
who
B
which

Slide 16 - Quizvraag

Unit 1 - History
Make
exercises 9 and 10 (pages 13 and 14)



timer
6:00

Slide 17 - Tekstslide

Unit 1 - History
Read the text on page 15 together


Make
exercises 11 and 12a (pages 16 and 17)



timer
6:00

Slide 18 - Tekstslide

Unit 1 - History
Next class on Friday 1 September.

Homework: learn vocabulary 1.2 (p.157)

Bring your workbook A and your iPad.



Slide 19 - Tekstslide