Maak nu in groepjes het ABC van overtuigende woorden.
Team A: 4 bijvoeglijke naamwoorden per letter + 1 zin per letter
Team B: minimaal 5 bijvoeglijke naamwoorden per letter + 1 zin per letter
Gebruik de volgende voegwoorden in jullie zinnen:
Team A: want - omdat – ook – en – als
Team B: want – omdat – daarvoor – daardoor – als –
bovendien – daarnaast – tijdens
Veel plezier!