In deze les zitten 53 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.
Onderdelen in deze les
Adaptief deltamanagement
Paragraaf 4
Slide 1 - Tekstslide
maar eerst herhaling van de vorige lessen
Slide 2 - Tekstslide
Zomerdijk
Winterdijk
Uiterwaarde
Zomerbed
Kribben
Binnendijks gebied
Buitendijksgebied
Slide 3 - Sleepvraag
www.videoman.gr
Slide 4 - Link
Bevaarbaarheid van een rivier
stuwen
kribben
kanalisering
helpt verhang te overbruggen
voorkomt meanderen
reguleert debiet
verhoogt de stroomsnelheid
doet het verhang toenemen
helpt vaargeul op diepte houden
Slide 5 - Sleepvraag
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Kanalisatie
Het recht trekken van de meanders om de bevaarbaarheid van de rivier te verbeteren.
Maar:
daardoor wordt de lengte van de rivier korter, en het verhang is hoogteverschil (verval) per km rivier....
Slide 11 - Tekstslide
Kanalisatie
DUS:
hetzelfde verval verdeeld over minder km rivier is een groter verhang (waardoor grotere stroomsnelheid onstaat= versnelde afvoer)
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Adaptief deltamanagement
Adaptief:
bijv.naamw.Uitspraak: [adɑp'tif] - aangepast voor een bepaalde omstandigheid
Overheid voert flexibel beleid om waterproblematiek aan te (kunnen) pakken
Slide 14 - Tekstslide
Adaptief deltamanagement
Vooruit kijken en flexibel blijven.
Waterveiligheid: bescherming tegen overstromingen.
Zoet water: voorkomen van tekorten aan drinkwater.
Ruimtelijke adaptatie: rekening houden met klimaat en water.
Rijn-Maasdelta: veiligstellen Rijnmond-Drechtsteden en Zuidwestelijke delta.
IJsselmeer gebied: veiligstellen van zoetwatervoorraad en voorkomen overstromingen.
Hoe verdelen we het Rijnwater over de rivieren de Waal, de Nederrijn-Lek en de IJssel? Het antwoord op die vraag is belangrijk voor de waterveiligheid in dit gebied. Tot 2050 verandert er volgens deze voorgestelde deltabeslissing niets. Of de afvoerverdeling na 2050 nog veranderd mag worden, wordt de komende jaren duidelijk.
Hierin staat onder andere hoe overtollig water naar de Waddenzee kan worden afgevoerd. En onder welke voorwaarden het IJsselmeergebied kan dienen als zoetwatervoorraad voor andere gebieden. Verder staat in de deltabeslissing wat de hoogste waterstand is voor het IJsselmeer en de meren er omheen.
In deze deltabeslissing staan plannen voor de bouw en inrichting van het landschap. Het voorstel is om bij bouwplannen beter te kijken naar de gevolgen van overstromingen en wateroverlast. En hoe het in de stad koel blijft in heel warme zomers. Dat wordt steeds belangrijker als het klimaat verandert.
Wat kan de overheid bieden als er te weinig zoetwater is voor landbouw, industrie en natuur? De Deltacommissaris stelde voor om daar afspraken over te maken. In de deltabeslissing staan ook plannen om meer zoetwater naar (droge) gebieden (Hoog-Nederland, zandgronden!) te laten stromen. En wat gebruikers zelf moeten doen om zuiniger om te gaan met water.
In de deltabeslissing Waterveiligheid staan nieuwe afspraken om Nederland te beschermen tegen overstromingen. Denk bijvoorbeeld aan afspraken over de hoogte van dijken. Het voorstel is om nieuwe normen af te spreken. Doel is om de kans op een overstroming, en de gevolgen daarvan zo klein mogelijk te maken.
Slide 15 - Tekstslide
Het water moet langer vasgehouden worden om te voorkomen dat het snel naar een lager gelegen gebied of de rivier stroomt. We proberen dus de vertragingstijd weer te vergroten.
Dit wordt gedaan door het aanleggen van waterrijke natuurgebieden en meer groenvoorzieningen en maatregelen in de wijk, zoals groene daken
Als het vasthouden niet meer lukt, creeëren we meer ruimte voor het water in en rond de rivier.
Als vasthouden en bergen niet meer mogelijk is, moet het water gecontroleerd mogelijk worden afgevoerd. Via kanalen en rivieren naar de zee, met zo min mogelijk obstakels die de stroming kunnen vertragen.
Bij een watertoets wordt gekeken over er bij nieuwbouwlocaties rekening is gehouden met de veiligheid, de wateroverlast, de waterkwaliteit, de verdroging en of de waterproblemen niet worden afgewenteld op een ander gebied.
Slide 16 - Tekstslide
Ruimte voor de rivier
+ Natuurwaarde verhogen / recreatie mogelijkheden
Slide 17 - Tekstslide
Ruimte voor de Rivier
Slide 18 - Tekstslide
Ruimte voor de Rivier
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
0
Slide 21 - Video
Dit filmpje vind ik
A
Echt, serieus, ik ben geen kleuter!
B
wel geinig
C
hoewel een tikkeltje kinderachtig wel educatief
D
helemaal geweldig
Slide 22 - Quizvraag
Leg in eigen woorden uit wat "zomerbed verdieping" inhoudt en welk voordeel dit oplevert.
Slide 23 - Open vraag
Slide 24 - Video
Leg in eigen woorden uit wat "kribverlaging" inhoudt en welk voordeel dit oplevert.
Slide 25 - Open vraag
Slide 26 - Video
Leg in eigen woorden uit wat een "hoogwatergeul" inhoudt en welk voordeel dit oplevert.
Slide 27 - Open vraag
Slide 28 - Video
leg uit wat het verschil is tussen een hoogwatergeul en uiterwaardvergraving
Slide 29 - Open vraag
Slide 30 - Video
leg uit waarom kribverlaging een vorm van obstakel verwijdering is
Slide 31 - Open vraag
zorgt vooral voor extra ruimte voor rivier water = "bergen"
zorgt vooral voor versnelde afvoer van het rivierwater richting de zee = "afvoer"
kribverlaging
uiterwaard vergraven
hoogwatergeul
obstakels verwijderen
zomerbed verdiepen
Slide 32 - Sleepvraag
Slide 33 - Tekstslide
Slide 34 - Tekstslide
Slide 35 - Tekstslide
Slide 36 - Tekstslide
Slide 37 - Tekstslide
Slide 38 - Tekstslide
Slide 39 - Tekstslide
Slide 40 - Tekstslide
Slide 41 - Tekstslide
Slide 42 - Tekstslide
Slide 43 - Tekstslide
Slide 44 - Tekstslide
Slide 45 - Tekstslide
Slide 46 - Tekstslide
Slide 47 - Tekstslide
Slide 48 - Tekstslide
Slide 49 - Tekstslide
In het verleden zijn kribben aangelegd, waarom? En waarom worden ze tegenwoordig verlaagd?
Slide 50 - Open vraag
Noem het voordeel en het nadeel van het kanaliseren van rivieren.
Slide 51 - Open vraag
Wat is de reden om het waterpeil in het IJsselmeer te verhogen en wat is hier het risico van?
Slide 52 - Open vraag
Meer water naar het IJsselmeer leiden heeft ook gevolgen voor plaats X. Welk gevolg?