H4 Krachten, les 7, 4vwo 5-2-2021

• Natuurkunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

Planning

• kort ingaan op toets over H2
• huiswerkopgave 52c bespreken
• oefenen met krachten ontbinden en krachten optellen 

Na deze les kunnen jullie

• bepalen wanneer je s = v x t mag gebruiken, wanneer s = oppervlakte onder v,t-diagram en wanneer s = v_gem x t
• krachten ontbinden met sinus en cosinus
• krachten bij elkaar optellen

In welke situatie(s) kan je s = v x t gebruiken om antwoord te geven op de vraag?

1. Een auto versnelt gedurende 10 seconden van 20 naar 30 m/s. De versnelling was eenparig. Zie v,t-diagram. Hoeveel meter heeft de auto dan afgelegd?
2. Een parachutespringer springt uit het vliegtuig en trekt na een tijdje zijn parachute open. Zie v,t-diagram. Hoeveel meter heeft hij afgelegd voordat zijn snelheid constant werd?
3. Een automobilist die met een snelheid van 80 km/h rijdt, trapt op zijn rem totdat hij stil staat. Het remmen duurt 4 seconden. Zie v,t-diagram. Wat is de remweg van de bestuurder?
4. Een leerling loopt eerst 3 minuten met een constante snelheid van 4,8 km/h. Zie v,t-diagram. Hoeveel meter heeft hij gelopen?

In welke situatie(s) kan je s = vgem x t gebruiken om antwoord te geven op de vraag?

1. Een auto versnelt gedurende 10 seconden van 20 naar 30 m/s. De versnelling was eenparig. Zie v,t-diagram. Hoeveel meter heeft de auto dan afgelegd?
2. Een parachutespringer springt uit het vliegtuig en trekt na een tijdje zijn parachute open. Zie v,t-diagram. Hoeveel meter heeft hij afgelegd voordat zijn snelheid constant werd?
3. Een automobilist die met een snelheid van 80 km/h rijdt, trapt op zijn rem totdat hij stil staat. Het remmen duurt 4 seconden. Zie v,t-diagram. Wat is de remweg van de bestuurder?
4. Een leerling loopt eerst 3 minuten met een constante snelheid van 4,8 km/h. Zie v,y-diagram. Hoeveel meter heeft hij gelopen?

In welke situatie(s) kan je s = oppervlak onder het v,t-diagram gebruiken om antwoord te geven op de vraag?

1. Een auto versnelt gedurende 10 seconden van 20 naar 30 m/s. De versnelling was eenparig. Zie diagram. Hoeveel meter heeft de auto dan afgelegd?
2. Een parachutespringer springt uit het vliegtuig en trekt na een tijdje zijn parachute open. Zie diagram. Hoeveel meter heeft hij afgelegd voordat zijn snelheid constant werd?
3. Een automobilist die met een snelheid van 80 km/h rijdt, trapt op zijn rem totdat hij stil staat. Het remmen duurt 4 seconden. Zie diagram. Wat is de remweg van de bestuurder?
4. Een leerling loopt eerst 3 minuten met een constante snelheid van 4,8 km/h. Zie diagram. Hoeveel meter heeft hij gelopen?

Opgave 52a en b

Opgave 52c

F_w,tot = F_w,r + F_w,l = 15 N

Wat is de nettokracht van de volgende twee krachten: F1 = 4 N en F2 = 6 N

1. 10 N
2. 2 N
3. 7,2 N
4. te weinig informatie om de vraag te beantwoorden

Wanneer is de nettokracht van
F1 = 4 N en F2 = 6 N het grootst?

1. als ze in dezelfde richting werken
2. als ze in tegengestelde richting werken
3. als ze loodrecht op elkaar staan

Bereken de nettokracht als
F1 = 4 N en F2 = 6 N loodrecht op elkaar staan

werkblad krachten optellen, situatie 2: parallellogrammethode

werkblad krachten optellen, situatie 2: parallellogrammethode

werkblad krachten optellen, situatie 2: berekenen met sin en cos

werkblad krachten optellen, situatie 2: berekenen met sin en cos

werkblad krachten optellen, situatie 2: berekenen met sin en cos

werkblad krachten optellen, situatie 2: berekenen met sin en cos

Maak situatie 3

Neem nu Werkblad krachten optellen voor je en maak situatie 3