TaalCompleet A2 les 3.10

TaalCompleet A2 les 3.10
Woorden met ng of nk
Na deze les weet je hoe je woorden met een ng of nk klank moet zeggen en schrijven. 
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2ISK

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

TaalCompleet A2 les 3.10
Woorden met ng of nk
Na deze les weet je hoe je woorden met een ng of nk klank moet zeggen en schrijven. 

Slide 1 - Tekstslide

Regels
Je ziet: ng. Je zegt één klank. 
- Gang - Ring - Brengen - Jongen - Dingen - Belangrijk

Je ziet: nk. Je zegt twee klanken: ng en k.
- Bank - Links - Bedankt - Donker - Denken - Klinker

Slide 2 - Tekstslide

Opdracht 89: Zeg na

Slide 3 - Tekstslide

Wat hoor je?
1

Slide 4 - Open vraag

Wat hoor je?
2

Slide 5 - Open vraag

Wat hoor je?
3

Slide 6 - Open vraag

Wat hoor je?
4

Slide 7 - Open vraag

Wat hoor je?
5

Slide 8 - Open vraag

Wat hoor je?
6

Slide 9 - Open vraag

Wat hoor je?
7

Slide 10 - Open vraag

Wat hoor je?
8

Slide 11 - Open vraag

Wat hoor je?
9

Slide 12 - Open vraag

Wat hoor je?
10

Slide 13 - Open vraag

Wat hoor je?
11

Slide 14 - Open vraag

Wat hoor je?
12

Slide 15 - Open vraag

Dictee 3.10

Slide 16 - Tekstslide

3.10 - 1
timer
1:30

Slide 17 - Open vraag

3.10 - 2
timer
1:30

Slide 18 - Open vraag

3.10 - 3
timer
1:30

Slide 19 - Open vraag

3.10 - 4
timer
1:30

Slide 20 - Open vraag

3.10 - 5
timer
1:30

Slide 21 - Open vraag

3.10 - 6
timer
1:30

Slide 22 - Open vraag

3.10 - 7
timer
1:30

Slide 23 - Open vraag

3.10 - 8
timer
1:30

Slide 24 - Open vraag