Rivieren: Het IJsselmeer en de Zuidwestelijke delta
Slide 3 - Tekstslide
Boek lj. 4: Stedelijke gebieden
De economie van de stad
De stad van de toekomst
Verstedelijking en het bestuur
Vernieuwde stad
Het buurtprofiel
De woonomgeving
Slide 4 - Tekstslide
Herhaling lj. 5
Wateroverlast: rivieren en gevaren
Wateroverlast: maatregelen en beleid tegen wateroverlast
Ruimtelijke en sociaaleconomische vraagstukken in steden
Leefbaarheid in de steden verbeteren.
Slide 5 - Tekstslide
6.1 Wateroverlast: Rivieren en gevaren
6.2: Wateroverlast: maatregelen en beleid tegen wateroverlast
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Lengteprofiel
stroomstelsel - stroomgebied - waterscheiding
bovenloop - middenloop - benedenloop
Welke soorten rivieren zijn er?
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Debiet: totale hoeveelheid water
Regiem: schommelingen in waterafvoer ((on)regelmatig)
Piekafvoer: maximale afvoer tijdens hoogwaterperiode
Vertragingstijd: tijd dat neerslag erover doet om in de rivier te komen
-> afhankelijk van vegetatie, doorlaatbaarheid ondergrond, invloed mens
Slide 12 - Tekstslide
Dwarsprofiel - getemde rivier
Slide 13 - Tekstslide
Maatregelen tot 1995
dijkverzwaring
kanaliseren, stuwen, afsnijden bochten
kribben
zomerdijkverhoging
noodoverloopgebieden
extra rivierlopen
Slide 14 - Tekstslide
Maatregelen tot 1995
Slide 15 - Tekstslide
Veranderingen in waterafvoer
Verstening
Verstedelijking
Ontbossing
Klimaatverandering
- Onregelmatiger neerslagregiem
- Meer neerslag
-> vaker piekafvoer
-> geringer verval door relatieve zeespiegelstijging (door bodemdaling)
Slide 16 - Tekstslide
IJsselmeergebied en Zuidwestelijke Delta
Deltawerken Zuiderzeewerken
Slide 17 - Tekstslide
IJsselmeergebied en Zuidwestelijke Delta
Blijft kwetsbaar gebied door klimaatverandering en bodemdaling.
Grootste gevaar bij combinatie springtij, noordwesterstorm en piekafvoer.
Springtij is de periode van het getij waarin het verschil tussen hoog- en laagwater het grootst is. Niet alleen het hoogwater is dan hoger dan gemiddeld, het laagwater is dan ook lager dan gemiddeld.
Springtij treedt eens in de ongeveer 15 dagen op en volgt gemiddeld ruim twee etmalen op het moment dat de getijkrachten van de maan en die van de zon dezelfde richting hebben en elkaar maximaal versterken. Dat laatste is het geval wanneer zon, maan en aarde in een rechte lijn staan, dus tijdens nieuwe maan en volle maan.
Een noordwesterstorm is extra gevaarlijk in Vlaanderen, Nederland en Noord-Duitsland omdat daardoor het water in de Noordzee wordt opgestuwd.
Slide 18 - Tekstslide
Welke problemen ontstaan bij een watertekort?
tekort aan drinkwater
tekort aan water voor landbouw
verzilting
verdroging
De hoofdkranen verdelen bij watertekorten het water over Nederland.
Bekijk GB55 40 en 41
Slide 19 - Tekstslide
1993 en 1995
Slide 20 - Tekstslide
Reactie: Ruimte voor de rivier
Veiliger rivierengebied
aantrekkelijke leefomgeving
Slide 21 - Tekstslide
Ruimte voor de rivier
Omdenken: rivier krijgt meer ruimte waar het kan om overstromingen te voorkomen waar het niet kan
Slide 22 - Tekstslide
Nationaal: adaptief deltamanagement
Samenwerking Rijkswaterstaat, prvincies, gemeenten en waterschappen in Deltaprogramma:
Waterveiligheid
Zoet water
Ruimtelijke adaptie: lokale situatie
Rijn-Maasdelta
IJsselmeergebied
Slide 23 - Tekstslide
Regionaal
Watertoets
-> bij alle bouwplannen
-> drietrapsstrategie
regel: hoe meer versteend, hoe hoger de piekafvoer
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Tekstslide
1. Vasthouden: zorgen dat water minder snel in de rivier terecht komt
Voorbeelden: regenwater opvangen, beken weer laten meanderen etc.