9-3 Hoofdstuk 9 par 9.2 break-evenafzet en break-evenomzet

Wat gaan we doen vandaag?
  • hoofdstuk 9: break-evenafzet en omzet bij industriële ondernemingen
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfseconomieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Wat gaan we doen vandaag?
  • hoofdstuk 9: break-evenafzet en omzet bij industriële ondernemingen

Slide 1 - Tekstslide

break-evenpunt
De afzet waarbij het bedrijf quitte speelt (Geen winst of verlies).
Dit kun je berekenen in Euro’s (break-evenomzet) of aantallen (break-evenafzet)

Slide 2 - Tekstslide

1

Slide 3 - Video

01:44




Overheadkosten zijn de constante kosten

Slide 4 - Tekstslide

Als ik geen producten maak, bijvoorbeeld pennen. Welke kosten blijven dan doorlopen?
A
variabele kosten
B
constante kosten

Slide 5 - Quizvraag

Met de afzet waarbij je winst 0,- is verdien je wel nog je constante kosten terug en is het dus interessant om nog door te gaan.

Slide 6 - Tekstslide

Break-evenafzet
Voor een bedrijf is het nuttig om te weten bij welke afzet je winst € 0,- is. 
Break-evenomzet
Deze bereken je door de verkoopprijs te vermenigvuldigen met de break-evenafzet.

Slide 7 - Tekstslide

formules industriële ondernemingen
Break-evenafzet = BEA (in aantallen):

             totale constante kosten                            = 
verkoopprijs - variabele kosten per product

                              --> Dit bedrag is bestemd voor de dekking van de constante kosten en heet de dekkingsbijdrage.


Break-evenomzet = BEO  (In Euro's):
Break-evenafzet x verkoopprijs.
pvC
voorbeeld op pagina 121
opgave 1 maken
pv

Slide 8 - Tekstslide

opgave 1 pagina 130

Slide 9 - Tekstslide

huiswerk voor morgen
Maken opgaven 3 en 4 op pagina 130 
en 10 op pagina 135.
Inleveren in It's learning.

Slide 10 - Tekstslide