Oefenen

Oefenen
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Oefenen

Slide 1 - Tekstslide

Plantencel
Weer even herhalen!
Leer de onderdelen
Zet ze eerst voor jezelf in je schrift bij de jusite nummers
cytoplasma

1
grote vacuole

2
kern

3
Bladgroenkorrel
4
Celwand
5
celmembraan

Slide 2 - Tekstslide

Wat heeft een plant nodig om te leven?

Slide 3 - Open vraag

Waarom hebben mensen planten nodig?

Slide 4 - Open vraag


nr. 1

A
cytoplasma
B
grote vacuole
C
bladgroenkorrel
D
kern

Slide 5 - Quizvraag


nr. 2

A
cytoplasma
B
grote vacuole
C
bladgroenkorrel
D
kern

Slide 6 - Quizvraag


nr. 3

A
cytoplasma
B
grote vacuole
C
bladgroenkorrel
D
kern

Slide 7 - Quizvraag


nr. 4

A
cytoplasma
B
grote vacuole
C
bladgroenkorrel
D
kern

Slide 8 - Quizvraag

Fotosynthese
(met energie wordt zonlicht bedoeld of licht van elektriciteit)
A
koolstofdioxide+water+glucoseenergie+zuurstof
B
koolstofdioxide+glucoseglucose+water+energie
C
energie+koolstofdioxide+waterzuurstof+glucose
D
zuurstof+energie+waterglucose+koostofdioxide

Slide 9 - Quizvraag

De glucose van de plant
(1 of meer antw. goed)
A
Een plant zet teveel aan glucose om in zetmeel, het is reserve voedsel voor de plant
B
Als mensen een voedingsgewas eten met zetmeel, biedt dat de mens energie
C
De plant heeft glucose nodig om koolstofdioxide te maken
D
De plant heeft glucose nodig om zuurstof te maken

Slide 10 - Quizvraag

I: Mensen kunnen hun eigen voedsel maken
II: Planten ademen zuurstof uit
A
Beide waar
B
I: nietwaar II: waar
C
I: waar II: nietwaar
D
Beide nietwaar

Slide 11 - Quizvraag

Door wortels wordt opgenomen
A
koolstofdioxide en water
B
zuurstof en koolstofdioxide
C
water en zuurstof
D
water en mineralen

Slide 12 - Quizvraag

De huidmondjes kunnen

A
zuurstof afgeven en koolstofdioxide opnemen
B
water opnemen
C
mineralen opnemen
D
glucose opnemen en afgeven

Slide 13 - Quizvraag

Fotosynthese, welke begrippen horen daarbij?

Slide 14 - Open vraag

Wat vind je nog lastig?

Slide 15 - Open vraag

Hoe heet het proces
op het plaatje?
A
overdrachtbestuiving
B
zelfbestuiving
C
kruisbestuiving
D
automatische bestuiving

Slide 16 - Quizvraag

Insectenbloem
Windbloem
geen 
kroonbladeren
nectar
meeldraden 
in de bloem
maken veel stuifmeel
geur
felgekleurde kroonbladeren
stuifmeel
kleverig

Slide 17 - Sleepvraag

Een insectenbloem heeft opvallende kroonbladeren om insecten te lokken
A
Waar
B
Niet waar

Slide 18 - Quizvraag

Bekijk de afbeelding

BOVEN: insectenbloem

ONDER: windbloem


A
Waar
B
Niet waar

Slide 19 - Quizvraag