3.5 Islamitische uitingsvormen (.1 + .2)
1 / 24
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Video
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Mohammed is geboren in...
A
570
B
571
C
572
D
573
Slide 10 - Quizvraag
Waar is Mohammed geboren?
A
Medina
B
Mekka
C
Rotterdam
D
Kaäba
Slide 11 - Quizvraag
Hoe heet de eerste vrouw van Mohammed?
A
Soenna
B
Sira
C
Fatima
D
Chadieja
Slide 12 - Quizvraag
Wat gebeurde er in het jaar 610?
A
Mohammed las de woorden van de Engel Gabriel.
B
Mohammed werd in een grot door de engel Gabriel aangesproken.
C
Mohammed trouwde voor de eerste keer.
D
Mohammed verteld het volk over de visioenen van Gabriel.
Slide 13 - Quizvraag
Mohammed is gestorven in....
A
602
B
612
C
622
D
632
Slide 14 - Quizvraag
Wat gebeurde er in 622?
A
Mohammed ging van Medina naar Mekka.
B
Mohammed ging dood.
C
Mohammed ging van Mekka naar Medina.
D
Mohammed werd geboren.
Slide 15 - Quizvraag
Naar welke stad vluchtte Mohammed? en waarom?
Slide 16 - Open vraag
wat weet je van de ouders van Mohammed?
Slide 17 - Open vraag
Mohammed is geen god. Wat is Mohammed wel voor de moslims?
A
Een engel
B
Koopman
C
Profeet
D
Imam
Slide 18 - Quizvraag
Staat Jezus in de koran?
A
Ja
B
Nee
Slide 19 - Quizvraag
Staat Mohammed in de bijbel?
A
Ja
B
Nee
Slide 20 - Quizvraag
Wie is de aartsvader van de monotheïstische godsdiensten?
A
Abraham
B
Jezus
C
Mohammed
D
Maria
Slide 21 - Quizvraag
Islam betekent letterlijk?
A
Overgave aan Mohammed
B
God is groot
C
Overgave aan God
D
God is almachtig
