toets Thema 2 Level 1 Exp 1 en 2

Toets thema 2 
De goederenstroom- en documentenstroom
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
Boekhouden : lift 4Secundair onderwijs

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Toets thema 2 
De goederenstroom- en documentenstroom

Slide 1 - Tekstslide

Vertel hoe jij je hebt voorbereid op deze toets.

Slide 2 - Open vraag

Wat is een verkoopfactuur?
A
Een verkoopfactuur krijgt een onderneming toe van leverancier. Het heeft betrekking op een voorgaande factuur. De leverancier heeft een betalingsverplichting t.o.v. de klant
B
Een verkoopfactuur is een uitnodiging die je verstuurt wanneer je een product of dienst verkoopt/levert aan een andere onderneming met als doel deze te betalen.
C
Een verkoopfactuur krijgt een onderneming toe van leverancier. Het heeft betrekking op een voorgaande factuur. De leverancier heeft een betalingsverplichting t.o.v. de klant
D
Een verkoopfactuur maakt de onderneming op voor zijn klanten. Het heeft betrekking op een voorgaande factuur. De leverancier heeft een betalingsverplichting t.o.v. de klant.

Slide 3 - Quizvraag

Welke informatie moet op de factuur vermeld worden?
A
Kleur van het geleverde product
B
Datum van de levering
C
Bankrekeningnummer van de klant
D
Aantal werknemers bij de leverancier

Slide 4 - Quizvraag

Wat is een verplicht element op de factuur?
A
Logo van het bedrijf
B
Telefoonnummer van de leverancier
C
Klantnummer van de afnemer
D
BTW-nummer van de leverancier

Slide 5 - Quizvraag

Welke gevolgen heeft dit voor een verkoper als er een aantal verplichte vermeldingen niet op de factuur staan?

Slide 6 - Open vraag

Welke gevolgen heeft dit voor een koper als er een aantal verplichte vermeldingen niet op de factuur staan?

Slide 7 - Open vraag

Wat betekent algemene voorwaarden op een factuur?
A
Rechten en plichten tss K en V in verband met de betaling
B
Rechten en plichten tss K en V, voorwaarden gelden voor iedereen
C
Afspraken tss K en V specifiek voor deze overeenkomst
D
Voorwaarden wanneer je zal leveren en/of je kosten aanrekent

Slide 8 - Quizvraag

Wat betekent bijzondere voorwaarden?
A
Rechten en plichten tss K en V in verband met de betaling
B
Rechten en plichten tss K en V, voorwaarden gelden voor iedereen
C
Afspraken tss K en V die specifiek voor deze overeenkomst gelden.
D
Voorwaarden wanneer je zal leveren en/of je kosten aanrekent

Slide 9 - Quizvraag

Wat betekent de leveringsvoorwaarde FRANCO THUIS?
A
Risico en kosten van transport zijn ten laste van de koper
B
Risico en kosten van transport zijn ten laste van de verkoper
C
Er zijn geen risico's en kosten voor het transport.

Slide 10 - Quizvraag

Wat betekent de leveringsvoorwaarde AF fabriek?
A
Risico en kosten van transport zijn ten laste van de koper
B
Risico en kosten van transport zijn ten laste van de verkoper
C
Er zijn geen risico's en kosten voor het transport.

Slide 11 - Quizvraag

Welke bijzondere voorwaarden vind je terug in Excel bestand van AS adventure.edu? zie SS/doc voor klant: BELECO
A
Financiële korting 10 %, Handelskorting 15 % en leveringsvoorw. "Af fabriek"
B
Geen bijzondere voorwaarden voor deze klant enkel algemene voorwaarden zijn van toepassing
C
Handelskorting 15 %, leveringsvoorwaarden "Af fabriek",

Slide 12 - Quizvraag

Welke betalingsvoorwaarde vind je terug in je klantenbestand van AS adventure.edu? zie voor klant: FIETS!
A
30 dagen na factuurdatum
B
10 dagen na factuurdatum
C
60 dagen na factuurdatum

Slide 13 - Quizvraag

AS adventure is verplicht om voor elke verkoop een factuur op te stellen?
A
waar
B
niet waar

Slide 14 - Quizvraag

Indien niet waar, leg uit met een voorbeeld.

Slide 15 - Open vraag

Hoe heet de korting die als doel heeft om meer te verkopen?

Slide 16 - Open vraag

Ander woord voor een commerciële korting.

Slide 17 - Open vraag

Deze korting heeft als doel om snellere betaling te verkrijgen.
A
handelskorting
B
financiële korting

Slide 18 - Quizvraag

Wanneer mag Groendienst Gent van de financiële korting/korting voor contant gebruik maken?
A
bij betaling binnen de 30 dagen na factuurdatum-> 20xx-02-23
B
bij betaling binnen de 60 dagen na factuurdatum-> 20xx-03-23
C
bij betaling binnen de 10 dagen na factuurdatum -> 20xx-02-03

Slide 19 - Quizvraag

Welke kosten kan een handelaar/verkoper doorrekenen aan de koper/klant ? (soms er drie op)

Slide 20 - Open vraag

3. Aan welk BTW-tarief zijn deze kosten onderhevig?
A
Geen BTW van toepassing op extra kosten.
B
Alle extra kosten zijn onderhevig aan hoogste BTW tarief op de factuur
C
Alle kosten aan het laagste BTW tarief dat van toepassing is op de factuur.

Slide 21 - Quizvraag

Wat is een terugstuurbare verpakking?
A
verpakking die je mag teruggeven maar dit is niet verplicht, deze wordt niet aangerekend op de factuur
B
verpakking waarvoor waarborg wordt gevraagd, bij terug bezorging krijgt leverancier waarborg terug
C
verpakking die aangerekend wordt op de factuur en niet kan teruggegeven worden

Slide 22 - Quizvraag

Aan welk btw-tarief is de TTS verpakking onderhevig?
A
op TTS verpakking wordt GEEN btw aangerekend
B
op TTS verpakking wordt steeds het hoogste BTW tarief op de factuur berekend.
C
op TTS verpakking wordt altijd het laagste BTW tarief op de factuur berekend.

Slide 23 - Quizvraag

6. vul aan met het juiste begrip kies uit:


a. Het ... bedrag is het bedrag dat de handelaar vraagt voor zijn goederen en/of diensten, zonder aftrek van kosten.

Slide 24 - Open vraag

vul aan met het juiste begrip kies uit:


b. Het ... bedrag is het... bedrag verminderd met de handelskorting

Slide 25 - Open vraag

Vul aan met het juiste begrip kies uit:


c. ... is een belasting die bij elke levering van een product of dienst geheven wordt. Je berekent die op de .. : .. + ... - ...

Slide 26 - Open vraag

Wat is een effectieve manier om jezelf te evalueren na een toets?
A
De toets snel vergeten
B
Reflecteren op je sterke en zwakke punten

Slide 27 - Quizvraag

Wat denk je over het resultaat na je toets?

Slide 28 - Open vraag