H2c - Un 5, Les 2 - woe 31/1

• Spaans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Bienvenidos

Hoy es mieŕcoles

5 zinnen maken

- gebruik de woorden uit 5.1 + 5.2 

El programa de 31 de enero de 2018

• 10 min    - Empieza de la clase 
• 5 min    - Objetivos 
• 10 min   - Ir de compras 
• 10 min  - Corregir los deberes













• 15 min  - 'PARA QUIÉN ES el/la ...'/ TIENDA
• 15 min  - Gramática / frases





• 5 min    - Los deberes/ evaluación

Objetivos de este capítulo:

- je leert praten, luisteren, lezen en schrijven over winkelen, kleding, mode, cadeaus, verjaardagen

- je leert vertellen/vragen wanneer iets is, voor wie iets is en waar iets is

- je leert het verschil in gebruik van 'hay', 'ser' en 'estar' 

- je leert de getallen t/m een miljoen

- je leert de aanwijzend voornaamwoorden

- je leert de dagen, maanden en jaren

- je leert/ herhaalt de vraagwoorden

- je leert/ herhaalt de uitspraak van de v, j, g

- je herhaalt de regelmatige ww en de onregelmatige ww

- je herhaalt de kleuren en andere bijvoeglijk naamwoorden 

Al final de la clase: 

1- weet je wat je aan het einde van de periode kan/weet.

2- kun je zeggen voor wie iets is en in welke winkel je iets kan kopen.

3- je kent de verschillende vraagwoorden.

4- weet je het verschil tussen hay, ser, estar en kan je dit toepassen in zinnen. 

10 min - Ir de compras 

Stap 1: individueel 

- schrijf zoveel mogelijk woorden en zinnen op die je nodig hebt als je gaat shoppen (in het Nederlands)

- pak een andere kleur pen/potlood en vertaal de woorden die je al weet

Stap 2: 

klassikaal: aanvullingen

Klaar? Leer voca 5.3 

Vamos a corregir.

Leren: voca 5.1 + 5.2 + ser, estar 

Maken: P.O. Mi mejor amigo 

Evt. afmaken: voc p. 24, 25 (oef 12,13c, 14), p. 17

15 min - 'PARA QUIÉN ES el/la ...'

- TB p.68 oef 1A

- Samengestelde woorden 

- Voca 5.3/ Vraagwoorden 

- TB p.69 oef 1B

Klaar?  Leer voca 5.3 

15 min - Gramática / frases

1. Explicación (video)

2. Hacer ejercicios 

10 min - Hacer ejercicios

¿Qué?              VOC p. 28 ej.  26

¿Cómo?          Individualmente

¿Tiempo?      10 min 

¿Meta?           Practicar con hay, ser, estar

¿Listo?            VOC p. 20, ej. 14

DOELEN BEHAALD? Geef antwoord & leg uit. Indien 'nee', wat moet je nog doen om het doel wel te bereiken?
1. Einde v.d. periode
2. Voor wie/ waar
3. Vraagwoorden
4. Verschil hay/ser/estar

Los deberes

Leren: 5.2 + 5.3; gram nr 14 (samengesteld woord) + nr. 30 ser estar hay + frases clave 1 zin 1-8

maken:

voc p.28 oef 26 (ser, hay, estar)

voc p. 20 oef 14

Voorbereiden presentaties 'mi mejor amigo'