3.3

1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 1

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

In welke 4 rijken kunnen organismen worden verdeeld?

Slide 3 - Woordweb

Naar welk onderdeel van de cel wordt NIET gekeken bij het indelen van organismen in 4 groepen?
A
Celwand
B
Celkern
C
Vacuole
D
Bladgroenkorrels

Slide 4 - Quizvraag

Bij welk rijk hebben de organismen geen celwand?
A
Planten
B
Dieren
C
Bacteriën
D
Schimmels

Slide 5 - Quizvraag

Slide 6 - Tekstslide

Waar kijken we naar bij de indeling van dieren?
A
Symmetrie en levenswijze
B
Leefomgeving en skelet
C
Vorm en symmetrie
D
Symmetrie en skelet

Slide 7 - Quizvraag

Welke symmetrie heeft een kikker?
A
Tweezijdig
B
Veelzijdig
C
Niet symmetrisch

Slide 8 - Quizvraag


A
Inwendig skelet
B
Uitwendig skelet
C
Geen skelet

Slide 9 - Quizvraag


A
Inwendig skelet
B
Uitwendig skelet
C
Geen skelet

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Wat voor symmetrie hebben weekdieren?
A
Tweezijdig
B
Veelzijdig
C
Geen symmetrie

Slide 13 - Quizvraag

Horen kwallen bij de neteldieren?
A
Ja
B
Nee

Slide 14 - Quizvraag

Het dierenrijk wordt in stammen verdeeld.
Welke stam heeft een inwendige wervelkolom?
A
Sponzen
B
Neteldieren
C
Stekelhuidigen
D
Gewervelden

Slide 15 - Quizvraag

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Welk celkenmerk hebben alleen planten?
A
Celwand
B
Vacuole
C
Bladgroenkorrels
D
Celkern

Slide 18 - Quizvraag

Welke 3 onderdelen hebben alle planten?

Slide 19 - Woordweb

Slide 20 - Tekstslide

De levenscyclus van een plant
De ontwikkeling van: 
zaad
plant 
vrucht 
en weer opnieuw tot zaad  

de levenscyclus van een plant.


1
Een bruine boon is een zaad
2
Het zaadje neemt water op via het poortje. Het zaadje zwelt op en de zaadhuid breekt open.
3
Het worteltje komt naar buiten.
4
Het worteltje groeit de bodem in en de zaadlobben komen boven de grond.
5
Het kiemplantje groeit en gebruikt hierbij voedingsstoffen uit de zaadlobben.
6
Het kiemplantje wordt groter en krijgt meer bladeren.
7
Er is een volwassen tomatenplant ontstaan.
8
Aan de bonenplant ontstaan bloemen. Uit de bloemen ontstaan peulvruchten, met zaden. 
9
De bonen uit de peulvrucht zijn de zaden.

Slide 21 - Tekstslide

Waarom krijgen zaadplanten bloemen?

Slide 22 - Woordweb

Slide 23 - Tekstslide

Krijgt een sporenplant bloemen?
A
Ja
B
Nee

Slide 24 - Quizvraag

Welke soort sporenplant heeft sporendoosjes?
A
Varen
B
Mos

Slide 25 - Quizvraag

Welke soort sporenplant heeft sporenhoopjes?
A
Varen
B
Mos

Slide 26 - Quizvraag

Zoek een foto van zaadplant op en plak deze hier

Slide 27 - Open vraag

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Wat heb je geleerd deze les?

Slide 30 - Woordweb

Wat kan ik verbeteren aan de les?

Slide 31 - Woordweb

Heb jij nog ergens vragen over?

Slide 32 - Woordweb