7.3 en 7.4: voor de rechter

Binnen is beginnen
  • Leg je boek op tafel en ga aan de slag met de opdrachten op het blad
  • 5 minuten, daarna kort bespreken
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Binnen is beginnen
  • Leg je boek op tafel en ga aan de slag met de opdrachten op het blad
  • 5 minuten, daarna kort bespreken

Slide 1 - Tekstslide

7.3 en 7.4: politie en rechter

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag?
  • Rol van de politie
  • Hoe werkt een rechtszaak? 

Slide 3 - Tekstslide

Wat mag de politie
Ze mogen verdachten:
  • Fouilleren
  • Arresteren
  • Hun huis doorzoeken

Slide 4 - Tekstslide

Proces-verbaal
Officier van justitie bepaalt:
  • OF waarschuwing of boete
  • OF proces-verbaal naar de rechtbank

Slide 5 - Tekstslide

Voor de rechter
Belangrijkste personen rechtbank:
  • De verdachte (wordt beschuldigd)
  • De officier van justitie (klaagt aan)
  • De rechter (veroordeeldt)

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Verloop rechtzaak 
  1. Controle persoonlijke gegevens
  2.  Voorlezen aanklacht
  3. Vragen stellen aan verdachte
  4. Getuigen vertellen wat ze hebben gezien
  5. Officier v. Justitie geeft schuldeis 
  6. Advocaat verdedigt verdachte
  7. Spreekrecht verdachte 
  8. Uitspraak van de rechter (vonnis)

Slide 8 - Tekstslide

Toets hoofdstuk 7: criminaliteit
  • Woensdag 22 januari.

Slide 9 - Tekstslide

Wie probeert in een strafzaak de schuld van de verdachte te bewijzen?
A
De officier van justitie
B
De rechter
C
De griffier
D
De advocaat

Slide 10 - Quizvraag

Wat is een proces-verbaal?
A
Wanneer de rechter besluit iemand een taakstraf te geven
B
De vragen die de officier van justitie aan de verdachte stelt
C
Wanneer de verdachte zichzelf in de rechtbank verdedigd
D
Verslag van de politie waarin informatie staat over het misdrijf en de verdachte

Slide 11 - Quizvraag

Aan de slag
  • Maak opdracht 1 t&m 4 en opdracht 6 van paragraaf 7.3 (blz.176)
  • Maak opdracht 1 t&m 3 en opdracht 5 en 6 van paragraaf 7.4 (blz.180) 

Slide 12 - Tekstslide

Binnen is beginnen
  • Zoek je plek
  • Jas uit, boek op tafel
  • Maak de opdracht op het blad
  • 5 minuten, daarna bespreken 
timer
5:00

Slide 13 - Tekstslide

7.5: hoe pakken we criminaliteit aan?
Aan het einde van de les:
  • Kan je drie doelen van straffen noemen
  • Kan je de begrippen preventie en regressie uitleggen

Slide 14 - Tekstslide

Met welk doel straffen wij criminelen?

Slide 15 - Open vraag

Het doel van straffen
  • Om af te schrikken
  • Als wraak voor de slachtoffers
  • Veiligheid
  • Om daders te heropvoeden  

Slide 16 - Tekstslide

Verminderen criminaliteit
  • Repressie: hard aanpakken van criminaliteit.
  • Preventie: voorkomen van criminaliteit.  

Slide 17 - Tekstslide

De lonen gaan omhoog zodat minder mensen in geldnood gaan stelen
A
Repressie
B
Preventie

Slide 18 - Quizvraag

De maximum straf voor diefstal wordt verhoogd
A
Repressie
B
Preventie

Slide 19 - Quizvraag

De politie mag voortaan verdachten langer vast te houden
A
Repressie
B
Preventie

Slide 20 - Quizvraag

Belangrijk om te weten voor de toets
  • Verschil tussen een overtreding en een misdrijf
  • Oorzaken van criminaliteit
  • Wat mag de politie doen?
  • Hoe verloopt een rechtszaak? 
  • Doelen van straf
  • Repressie vs preventie

Slide 21 - Tekstslide

Aan de slag
  • Maak opdracht 1, 2, en 4 tot en met 7 van paragraaf 7.5
  • Klaar? Nakijken, daarna leren voor de toets 

Slide 22 - Tekstslide