Dag 1

• NT2
• Middelbare school
• vmbo lwoo
• Leerjaar 1

Woorden

Thema 11: Vrije tijd

af

• klaar 
• voorbij
• zin: Zij vangt de bal niet.
  Zij is nu af.
• zin: Ik maak de opdracht nog even af.

1

afspreken

• een afspraak maken 
• werkwoord
• ik spreek af - wij spreken af
• zin: Ik spreek vanmiddag met mijn vriend af.

2

anderhalf

• een hele (1) en nog een halve (1/2)
• zin: Ik heb anderhalf keer zo veel gekregen.
• zin: Eén appel is niet genoeg voor die jongen. Hij eet anderhalve appel.

3

de avond

• deel van de dag 
• tussen 18.00 - 24.00 uur
• de avond - de avonden
• zin: In de avond ga ik altijd voetballen
• zin: Ik heb een gezellige avond gehad.

4

de baan

• het werk dat je doet voor geld
• de baan - de banen
• zin:  Zij heeft een nieuwe baan op een andere school.

5

de bal

• rond
• om mee te spelen
• sport
• vangen-gooien-schoppen
• de bal - de ballen
• zin: De jongen speelt met de bal.

6

Jammer! Nu geen vrije tijd voor jullie!! 

Misschien wel plezier?

50

Vrije tijd ....

1

Wat hoort er bij:

Af

Goed of fout?
A - Ik spreek met mijn broer af.
B - Wij afspreken met mijn broer.

2

1. A - goed B - fout
2. A - fout B - fout
3. A - goed B - goed
4. A - fout B - goed

Wat is:
anderhalf?

3

1. 1,5
2. 1 en 1/2
3. een andere helft
4. een hele en een halve

Maak een goede zin en gebruik:
avond
hij

4

5

Welke banen ken jij?

Wat is goed?

6

1. Jij gooit de bal naar mij.
2. Hij gooit de bal naar mijn.
3. Hij gooi de bal naar mij.
4. Jij gooi de bal naar mij.