09-12 : Revision Present perfect

TODAY
- Candy Test
- Homework
- Chapter 2 :  
    Revision Present Perfect
      
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

TODAY
- Candy Test
- Homework
- Chapter 2 :  
    Revision Present Perfect
      

Slide 1 - Tekstslide

CANDY TEST
1. gaan liggen                           4. to recover
2. zich zorgen maken           5. to prevent
3. nier                                           6. species

7. Sinds gisteren heb ik de griep.


Slide 2 - Tekstslide

CANDY TEST KEYS
1. to lie down                     4. herstellen
2. to worry                           5. voorkomen
3. kidney                              6. soort

7. I've had the flu since yesterday.



Slide 3 - Tekstslide

HOMEWORK

Ex. 53A p. 122



Slide 4 - Tekstslide

Present Perfect
Voltooid tegenwoordige tijd



Slide 5 - Tekstslide

Present perfect
iets wat in het verleden begonnen is en nu nog aan de gang is.
Has/have + voltooid deelwoord

Slide 6 - Tekstslide

Alice has lived in Rome for two years.
Woont ze daar nog of woont ze nu ergens anders?
A
Ze woont daar nog
B
Ze woont nu ergens anders

Slide 7 - Quizvraag

Wanneer gebruik je de present perfect?


  • Om te praten over iets wat in het verleden is begonnen, en nu nog aan de gang is (nog niet afgelopen)

Bob has known John since they were 10.
Mary has worked at the market for 5 years now.
Bill and Kate have been friends since 2011.



Slide 8 - Tekstslide

Wanneer gebruikje de present perfect?
  • Om te praten over iets wat in het verleden gebeurd en waar je nu het resultaat van merkt:
Sharon has broken her leg (now she can't walk)
Jim has lost his keys ( now he can't open the door)
Gwen has eaten too much (now she feels sick)






Slide 9 - Tekstslide

Wanneer gebruik je de present perfect?
  • Om te praten over ervaringen to  nu toe:
I have never been too America.
Have you ever been to America?
I've never swum with dolphins.
She has never run a marathon.

Slide 10 - Tekstslide

Hoe maak je de present perfect?
  • Have / has + voltooid deelwoord

  • I have lived here for ten years.

  • She has known him since 2011.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Hoe maak je de present perfect?
  • Have / has + voltooid deelwoord

  • I have lived here for ten years.

  • She has known him since 2011.

Slide 13 - Tekstslide

                       Present perfect


        have / has + voltooid deelwoord

Slide 14 - Tekstslide

Wat is dan het voltooid deelwoord?
er zijn 2 verschillende         regelmatige werkwoorden 
                                                           
                                                  onregelmatige werkwoorden
1
2

Slide 15 - Tekstslide

           
             regelmatige werkwoorden       
1
werkwoord + -ed
play - played
walk - walked
work - worked
want - wanted

Slide 16 - Tekstslide

           
             onregelmatige werkwoorden

2
Het derde woord uit de rijtjes 
To do - did - done
to fly - flew - flown
to fight - fought - fought

Slide 17 - Tekstslide

Vragen maken in de present perfect
zet have/has aan het begin van de zin
vb
  • he has eaten at a restaurant
  • has he eaten at a restaurant?

Slide 18 - Tekstslide

SIGNAALWOORDEN
  • JUST - NET
  • ALREADY - AL
  • YET - AL (IN VRAAGZINNEN)
  • NOT YET - NOG NIET
  • ALWAYS - ALTIJD AL
  • NEVER - NOOIT
  • EVER - OOIT
  • SINCE - SINDS
  • FOR - (NU) AL
  • (FOR) HOW LONG? - HOE LANG

Slide 19 - Tekstslide

Welke zin staat in de present perfect?
A
She has a cat.
B
She has had her cat for 9 years.

Slide 20 - Quizvraag

  1. Emma ( never to see)......... this film on TV
  2. How often (she to phone) ...... the office ?
  3. .......the Millers  .......... (to arrive) yet?
  4. John ..........(not to go ) on a trip to Alaska.
  5.  (they ever to be) ...........to New York?
  6. Andy ...........(not to repair) his sister's bike.
  7. (you to drop)........a knife in the kitchen.
  8. I  ...........(to buy) a new laptop.
  9. ............(to find) his pen yet?
  10. the students ...........(not to forget) their homework

Slide 21 - Tekstslide

Ik snap het:
A
Helemaal
B
Helemaal niet
C
Een beetje
D
Bijna

Slide 22 - Quizvraag

Worksheet
Have you ever .... ?
Has (s)he ever ... ?
timer
4:00

Slide 23 - Tekstslide

Worksheet
The Present Perfect Tense
timer
10:00

Slide 24 - Tekstslide