Politics + Prepositions of place
1 / 24
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Mike Pence
Kamala Harris
Donald Trump
Joe Biden
Slide 4 - Sleepvraag
..
.
.
In de Verenigde Staten zijn twee grote
politieke stromingen. Welke zijn dat?
politieke stromingen. Welke zijn dat?
What do you remember?
A
de Democratische partij & de Republikeinse partij
B
de Arbeiders partij & de Democratische partij
C
de Onderwijs partij & de Arbeiders partij
D
de Republikeinse partij & de Onderwijs partij
Slide 5 - Quizvraag
..
.
.
Hoe heet de man die vóór Trump president van de Verenigde Staten was?
Do you remember?
A
Barack Obama
B
Donald Trump
C
Hillary Clinton
D
Joe Biden
Slide 6 - Quizvraag
..
.
.
Hoe oud moet je in de Verenigde Staten zijn om president te mogen worden?
Do you know?
A
Minstens 18 jaar.
B
Minstens 21 jaar.
C
Minstens 35 jaar.
D
Daar is geen leeftijd aan verbonden.
Slide 7 - Quizvraag
..
.
.
Hoe noem je de vrouw van de president?
Do you know?
A
First Madame
B
First Lady
C
Miss President
D
Daar is geen naam voor.
Slide 8 - Quizvraag
Slide 9 - Tekstslide
In
On
In front of
Between
Next to
Under
Above
Slide 10 - Sleepvraag
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
I live _________ England
A
in
B
on
C
at
Slide 14 - Quizvraag
My sister is _____ the plane right now
A
in
B
on
C
at
Slide 15 - Quizvraag
My grandmother lives _____ Grachtengordel 1
A
in
B
on
C
at
Slide 16 - Quizvraag
Complete the sentence by filling in the correct preposition of place.
He threw the ball _________________ the fence. (over)
He threw the ball _________________ the fence. (over)
Slide 17 - Open vraag
Fill in the correct preposition of place:
My phone was __________ (onder) a pile of papers.
My phone was __________ (onder) a pile of papers.
Slide 18 - Open vraag
Fill in the correct preposition of place:
He was standing _________ (tussen) her and the door.
He was standing _________ (tussen) her and the door.
Slide 19 - Open vraag
Fill in the correct preposition of place:
The vacuum cleaner is ________ (onder) the stairs.
The vacuum cleaner is ________ (onder) the stairs.
Slide 20 - Open vraag
Fill in the correct preposition of place:
We live __________ (boven) a family with four children.
We live __________ (boven) a family with four children.
Slide 21 - Open vraag
Write a sentence using a preposition of place
