In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Le programme d'aujourd' hui:
1. le verbe être
2. le vocabulaire A du chapitre 3
Slide 1 - Tekstslide
L'objectif d'apprentissage
à la fin du cours, tu connais le verbe être (=.......)
Prenez votre cahier pour le prochain exercice (=pak jullie schriftje voor de volgende oefening) et notez le verbe être.
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Video
zijn =
A
être
B
avoir
Slide 4 - Quizvraag
être nous
A
avons
B
sommes
C
êtons
D
être
Slide 5 - Quizvraag
Ils(être)
timer
0:30
A
sont
B
est
C
sommes
D
être
Slide 6 - Quizvraag
tu (être)
A
avons
B
es
C
êtons
D
être
Slide 7 - Quizvraag
Elles (être)
A
suis
B
être
C
sont
D
est
Slide 8 - Quizvraag
il (être)
A
suis
B
être
C
sont
D
est
Slide 9 - Quizvraag
vous (être)
A
avons
B
sommes
C
êtes
D
être
Slide 10 - Quizvraag
Remplis le verbe être: Je .... devant toi
A
es
B
suis
C
sont
D
est
Slide 11 - Quizvraag
je
tu
il-elle-on
nous
vous
ils
elles
zij (vrouwelijk meervoud)
ik
jij
hij-zij-wij
wij
u of jullie
zij (mannelijk meervoud)
Slide 12 - Sleepvraag
Maak nu zelf een zin met 1 van de vormen van het werkwoord être. Kies uit: je-tu-il-elle-on-nous-vous-ils-elles en geef de vertalling van jouw zinnetje! Par exemple: * je suis enthousiaste (=ik ben enthousiast) * il est actif (=hij is actief)
Slide 13 - Open vraag
quizlet.com
Slide 14 - Link
learningapps.org
Slide 15 - Link
Et maintenant.......
Ecouter de la musique!
Va au Site: https://learningapps.org/display?v=pd61keujk21