W3: Grammatik

Guten Nachmittag!
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Guten Nachmittag!

Slide 1 - Tekstslide

.
1. Aufgabe 7
2. Wortschatzübungen korrigieren

3. Grammatikerklärung
4. Aufgabe 10, 11 und 12

(5. Wortschatzspiel)
Heute

Slide 2 - Tekstslide

B: Wortschatz
Wir machen Aufgabe 7 zuerst zusammen.

Korrigiert Aufgabe 4, 5, 6 und 7.

Slide 3 - Tekstslide

(Fe)esttenten
ich                 - e
du                 - st
er/sie/es/man - t

wir                - en
ihr                 - t
Sie/sie           - en

Slide 4 - Tekstslide

(Fe)esttenten
ich                 - e
du                 - st
er/sie/es/man - t

wir                - en
ihr                 - t
Sie/sie           - en
spiele
spielst
spielt

spielen
spielt
spielen

Slide 5 - Tekstslide

regelmatige werkwoorden:



ich - spiele
du - spielst
er/sie/es/man - spielt

wir - spielen
ihr - spielt
Sie/sie - spielen

regelmatige werkwoorden waarvan de stam eindigt op een -d of -t:


ich - wart
du - wart
er/sie/es/man - wart

wir - wart
ihr - wart
Sie/sie - wart

Slide 6 - Tekstslide

regelmatige werkwoorden:



ich - spiele
du - spielst
er/sie/es/man - spielt

wir - spielen
ihr - spielt
Sie/sie - spielen

regelmatige werkwoorden waarvan de stam eindigt op een -d of -t:


ich - warte
du - wartest
er/sie/es/man - wartet

wir - warten
ihr - wartet
Sie/sie - warten

Slide 7 - Tekstslide

Voltooid deelwoord:
Normale regel:

ge - stam - t
ge - spiel - t


Werkwoorden die eindigen op een -t of -d:

ge - stam - et
ge - wart - et

Slide 8 - Tekstslide

Ik zeg (= sagen)=

jij woont (= wohnen)=

zij praat (= reden)=

jullie antwoorden (= antworten)=

U heeft gewoond (= wohnen)=

Wij zijn gestart (= starten)=


Slide 9 - Tekstslide

Ik zeg (= sagen)=

jij woont (= wohnen)=

zij praat (= reden)=

jullie antwoorden (= antworten)=

U heeft gewoond (= wohnen)=

Wij zijn gestart (= starten)=


Ich sage

Du wohnst

Sie redet

Ihr antwortet

Sie haben gewohnt

Wir sind gestartet

Slide 10 - Tekstslide

Macht jetzt:


Aufgabe 10, 11 und 12

Zeit übrig:
Fragt nach dem Arbeitsblatt


Slide 11 - Tekstslide



• Je kunt de werkwoorden met stam op -d of -t in de tegenwoordige tijd gebruiken.
• Je kunt het voltooid deelwoord van de werkwoorden met stam op -d of -t gebruiken.

Slide 12 - Tekstslide

Lernen:

AB S. 26 D-N: t/m saai (langweilig)

Grammatik: regelmäßige Verben (feesttenten-regel)

Slide 13 - Tekstslide