Examentraining Leesteksten 4 Mavo

Welcome

1 / 47
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 47 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Welcome

Slide 1 - Tekstslide

Examentraining Engels
by: Yvonne Elzinga

Slide 2 - Tekstslide

Inleiding

  • tips examenstress
  • tijdplanning
  • indeling examen
  • benodigdheden
  • aanpak teksten

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Examen Engels

Slide 5 - Woordweb

Hoeveel tijd heb je voor het eindexamen Engels?
A
anderhalf uur
B
twee uur
C
twee en een half uur
D
drie uur

Slide 6 - Quizvraag

Wat neem je mee voor je examen Engels?

Slide 7 - Open vraag

Indeling Examen

Slide 8 - Tekstslide

Aanpak teksten
  • meerkeuzevragen
  • open vragen
  • gatenteksten


  • juist/onjuist vragen
  • zoekvragen
  • woordenboekgebruik
  • linking words
  • adviezen

Slide 9 - Tekstslide

Meerkeuzevragen

  1. Kijk naar de titel, inleiding, naam van de schrijver etc.
  2. Wat weet je al van het onderwerp?
  3. Bekijk de vragen die bij de tekst horen.
  4. Skim and scan de tekst.
  5. Probeer lastige woorden te begrijpen via de context.
  6. Lees de vraag en de bijbehorende alinea.
  7. Let op de eerste en laatste zin van de alinea. (Dit is vaak de hoofdgedachte).
  8. Let op signaalwoorden, zoals but, however, and etc.
  9. Wat is je eigen antwoord?
  10. Kies het antwoord wat het dichtste bij je eigen antwoord ligt.
  11. Onderstreep het gedeelte dat overeenkomt met jouw gekozen antwoord.
  12. Controleer of het onderstreepte tekstgedeelte overeenkomt met je antwoord.
  13. Als je het antwoord niet weet. Streep foute antwoorden weg.



Slide 10 - Tekstslide

 Open vragen

  1. Kijk naar de titel, inleiding, naam van de schrijver etc.
  2. Wat weet je al van het onderwerp?
  3. Bekijk de vragen die bij de tekst horen.
  4. Skim and scan de tekst.
  5. Probeer lastige woorden te begrijpen via de context.
  6. Lees de vraag en de bijbehorende alinea.
  7. Let op de eerste en laatste zin van de alinea. (Dit is vaak de hoofdgedachte).
  8. Let op signaalwoorden, zoals but, however, and etc.

  9. Onderstreep het gedeelte waarin het antwoord staat..

  10. Formuleer duidelijk
  11. Beantwoord de vraag altijd in het Nederlands, tenzij gevraagd wordt Citeer.





Slide 11 - Tekstslide

Gatenteksten

  1. Kijk naar de titel, inleiding, naam van de schrijver etc.
  2. Wat weet je al van het onderwerp?
  3. Bekijk de vragen die bij de tekst horen.
  4. Skim and scan de tekst.
  5. Probeer lastige woorden te begrijpen via de context.
  6. Lees de vraag en de bijbehorende alinea.
  7. Let op de eerste en laatste zin van de alinea. (Dit is vaak de hoofdgedachte).

  8. Bekijk het stukje voor en na de  gaten goed. (Is het bijvoorbeeld een opsomming, tegenstelling, gevolg?)


  9. Wat is je eigen antwoord?
  10. Kies het antwoord wat het dichtste bij je eigen antwoord ligt. 
  11. Zoek de woorden in de antwoordmogelijkheden op, indien nodig.
  12. Lees het stuk opnieuw. Klopt je antwoord in de tekst.




Slide 12 - Tekstslide


  1. Kijk naar de titel, inleiding, naam van de schrijver etc.
  2. Wat weet je al van het onderwerp?
  3. Bekijk de vragen die bij de tekst horen.
  4. Skim and scan de tekst.
  5. Probeer lastige woorden te begrijpen via de context.
  6. Lees de vraag en de bijbehorende alinea.
  7. Let op de eerste en laatste zin van de alinea. (Dit is vaak de hoofdgedachte).
  8. Let op signaalwoorden, zoals but, however, and etc.
  9. Wat is je eigen antwoord?
  10. Kies het antwoord wat het dichtste bij je eigen antwoord ligt.
  11. Onderstreep het gedeelte dat overeenkomt met jouw gekozen antwoord.
  12. Controleer of het onderstreepte tekstgedeelte overeenkomt met alle elementen in het antwoord.




Slide 13 - Tekstslide

Zoekvragen

  1.  Lees de zoekopdracht/vraag goed door
  2.  kijk naar de verschillende rubrieken: staan ze alfabetisch, op onderwerp
  3.  Lees de 'kopjes' en beslis dan of het noodzakelijk is dat stuk te lezen.
  4. Beantwoord de vraag
  5. Controleer of je juist geformuleerd hebt en de vraag echt beantwoord hebt.




Slide 14 - Tekstslide

Woordenboek

  1. Bekijk eerst of je de betekenis in de context weet.

  2. Bekijk of het woord op een ander woord lijkt.
  3. Zoek het basiswoord. (slow ipv slowly, extend ipv extended)
  4. Er staan vaak meerdere betekenissen. Zoek de meest passende.
  5. Oefen met het woordenboek dat je op je examen gaat gebruiken.

Slide 15 - Tekstslide

1 Bestudeer de signaalwoorden

Slide 16 - Tekstslide

Adviezen

  1. Brede belangstelling helpt - lees de krant, volg het nieuws.
  2. Lees Engelse boeken, artikelen.
  3. Brede woordenschat maakt teksten lezen gemakkelijker. Bestudeer woordenlijsten.
  4. Oefen met examenteksten - examenbundel of examenblad.nl




Slide 17 - Tekstslide

Which emoij(s) best represent(s) how you feel after today's lesson?
Explain your choice(s).

Slide 18 - Tekstslide

Woordquiz

Slide 19 - Tekstslide

"He will not return ........ we get back," he said quickly.
A
thus
B
before
C
hence
D
because

Slide 20 - Quizvraag

I expect you to repay me ...... it's sold.
A
moreover
B
in addition
C
hence
D
once

Slide 21 - Quizvraag

We went to bed and slept .........morning.
A
otherwise
B
until
C
whereas
D
despite

Slide 22 - Quizvraag

"I'm sorry I didn't get up .........," Carmen said.
A
earlier
B
since
C
thus
D
hence

Slide 23 - Quizvraag

A few minutes ........ he walked down the hallway.
A
therefore
B
moreover
C
meanwhile
D
later

Slide 24 - Quizvraag

........ he knew what a chicken she was.
A
moreover
B
Now
C
whereas
D
thus

Slide 25 - Quizvraag

Even by ........... standards these were large aircraft.
A
now
B
before
C
present-day
D
since

Slide 26 - Quizvraag

When they go to Austria, they like walking ............ skiing.
A
as well as
B
in addition
C
as long
D
because of

Slide 27 - Quizvraag

I can play quite a few musical instruments, ........., the flute, the guitar, and the piano.
A
neither nor
B
both and
C
either or
D
for example

Slide 28 - Quizvraag

My father loves going to restaurants which serve exotic foods. .........., last week he went to a restaurant which serves deep-fried rattlesnake.
A
For instance
B
equally
C
admittedly
D
certainly

Slide 29 - Quizvraag

The V2 was not an ordinary weapon: it could only be used against cities. ............. the atom bomb.
A
moreover
B
otherwise
C
however
D
Likewise

Slide 30 - Quizvraag

Countries .......... Sweden have a long record of welcoming refugees from all over the world.
A
despite
B
such as
C
besides
D
provided

Slide 31 - Quizvraag

Most of the men who now gathered round him again were ............... dressed.
A
certainly
B
however
C
similarly
D
meanwhile

Slide 32 - Quizvraag

I'll take care of the others ...... you want to watch the kids.
A
although
B
if
C
unless
D
though

Slide 33 - Quizvraag

..........I have a long journey to school, I quite like travelling there on the bus
A
and
B
but
C
although
D
because

Slide 34 - Quizvraag

My school has got a great swimming pool ............we don't use it very often
A
and
B
but
C
despite
D
however

Slide 35 - Quizvraag

I thought I was doing well. ....., my teacher says I need a bit more practice
A
Although
B
However
C
But
D
Despite

Slide 36 - Quizvraag

purpose
A
opzettelijk
B
doel
C
misschien
D
alhoewel

Slide 37 - Quizvraag

achieve
A
werken
B
instemmen met
C
bereiken
D
het is maar goed dat

Slide 38 - Quizvraag

develop
A
ontwikkelen
B
aantrekken
C
duidelijk
D
opvoeding

Slide 39 - Quizvraag

increase
A
vergroten
B
afname
C
oplossing
D
toename

Slide 40 - Quizvraag

violence
A
vriendelijk
B
onderzoek
C
geweld
D
in elkaar slaan

Slide 41 - Quizvraag

average
A
op leeftijd
B
oudere
C
bos
D
gemiddelde

Slide 42 - Quizvraag

common
A
computerprogramma
B
website
C
forens
D
gewoon

Slide 43 - Quizvraag

.

Slide 44 - Tekstslide

Training Exam 

Slide 45 - Tekstslide

Questions....

Slide 46 - Tekstslide

Good luck with studying for your English exam!

Slide 47 - Tekstslide