Groep 8 proefles Engels
1 / 51
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Do you think English is a fun subject?
😒🙁😐🙂😃
Slide 2 - Poll
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Video
Waar denk je aan
bij het vak Engels?
bij het vak Engels?
Slide 5 - Woordweb
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
What is the capital of Great Britain?
A
Liverpool
B
Manchester
C
London
D
Glasgow
Slide 10 - Quizvraag
Hoe heet de vlag van Groot-Brittannië?
A
Onion Jack
B
Union Jack
C
Onion Jeff
D
Union Jeff
Slide 11 - Quizvraag
What countries does Great Britain consist of?
A
England, Wales, Scotland
B
England, Wales, Northern-Ireland
C
England, Scotland, Northern-Ireland
D
England, Wales, Scotland, Northern-Ireland
Slide 12 - Quizvraag
De vlag van Wales
De vlag van Engeland
De vlag van Noord-Ierland
De vlag van Schotland
Slide 13 - Sleepvraag
Waarvoor staan de sterren op de Amerikaanse vlag?
Slide 14 - Open vraag
Slide 15 - Tekstslide
0
Slide 16 - Video
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Is the following word British or American English?
Cookie
Cookie
A
American English
B
British English
Slide 19 - Quizvraag
Is the following word British or American English?
Number Plate
Number Plate
A
American English
B
British English
Slide 20 - Quizvraag
Is the following word British or American English?
French Fries
French Fries
A
British English
B
American English
Slide 21 - Quizvraag
Is the following word British or American English?
Lift
Lift
A
American English
B
British English
Slide 22 - Quizvraag
English words
starting with:
R
starting with:
R
Slide 23 - Woordweb
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Tekstslide
GRAMMAR
Sleep de vormen van to be naar de juiste plek in de zinnen.
1. I _________ at home.
2. You _________ with your brother.
3. He _________ working out.
am
is
are
Slide 26 - Sleepvraag
Kies het juiste antwoord:
My sister ____ my best friend.
My sister ____ my best friend.
A
am
B
is
C
are
D
's
Slide 27 - Quizvraag
(to be)
..... you at home tonight?
..... you at home tonight?
A
Am
B
Are
C
Is
D
Have
Slide 28 - Quizvraag
Kies het juiste antwoord:
My parents ___ a blue car. The car ___ at the garage at the moment.
My parents ___ a blue car. The car ___ at the garage at the moment.
A
have - is
B
has - is
C
have - are
D
have - am
Slide 29 - Quizvraag
Kies het juiste antwoord:
I ____ a boy and I _____ a lot of friends.
I ____ a boy and I _____ a lot of friends.
A
have - am
B
am - has
C
am - have
D
are - have
Slide 30 - Quizvraag
Kies het juiste antwoord:
I ____ an only child. I ____ any brothers or sisters.
I ____ an only child. I ____ any brothers or sisters.
A
is - haven't got
B
am - haven't got
C
am - hasn't got
D
am - have
Slide 31 - Quizvraag
Slide 32 - Tekstslide
Slide 33 - Tekstslide
Waar zat Benjamin vanmorgen?
A
op het strand
B
in een boom
C
in het bos
D
in een boot
Slide 34 - Quizvraag
Wat zag Benjamin op de weg?
A
een auto
B
een fiets
C
een bus
D
een kar
Slide 35 - Quizvraag
Slide 36 - Tekstslide
Waar gingen meneer en mevrouw McGregor naar toe?
A
naar huis
B
de winkel
C
de markt
D
het bos
Slide 37 - Quizvraag
Wat is Peter van Benjamin?
A
een neef
B
een broer
C
een vriend
D
zijn vader
Slide 38 - Quizvraag
Slide 39 - Tekstslide
Wat vroeg Benjamin aan Peter?
A
Waarom hij in een doek gewikkeld was.
B
Waarom hij niet buiten aan het spelen was.
C
Waar Peter het doek vandaan heeft.
D
Waar Peter zijn kleren zijn.
Slide 40 - Quizvraag
Slide 41 - Tekstslide
Slide 42 - Tekstslide
Where can you find this clock Tower?
Slide 43 - Open vraag
In which country can you find this building?
Slide 44 - Open vraag
In which city can you find this building?
Slide 45 - Open vraag
Slide 46 - Tekstslide
What instrument do you hear?
Listen up!
A
flute
B
bag pipes
C
violin
D
guitar
Slide 47 - Quizvraag
Wat hoort er niet in een 'full English breakfast'?
A
fried eggs and bacon
B
tomatoes
C
fruit
D
black pudding
Slide 48 - Quizvraag
Slide 49 - Tekstslide
Welk(e) ingrediënt(en) zit(ten) er in het bekendste Schotse gerecht 'Haggis'?
A
Schapenhart
B
Schapenlever
C
Schapentong
D
Havermout
