Fase 1: Handelen
Op donderdag 21 januari 2021 heb ik met mevrouw Kok een opvang na slecht nieuws gesprek gehad. Ik wilde bereiken dat mevrouw Kok een fijn gesprek had en haar gevoelens heeft kunnen uitten. Ik wilde hierbij letten op dat ik een goeie gevoelsreflectie gaf en dat ik een goede houding aanhield.
Fase 2: Terugblikken
Mevrouw Kok gaf aan dat ze erg boos was, omdat ze vond dat er met haar niet goed gecommuniceerd was over haar revalidatie en dat ze nu ineens naar een verpleeghuis moet. Ik heb het hier met mevrouw Kok overgehad doormiddel van vragen stellen, gevoel reflecties geven en goed naar mevrouw te luisteren. Ook heb ik met mevrouw Kok gepraat over of ze nog wat wilde, we zijn tot de conclusie gekomen dat mevrouw Kok graag nog een gesprek met de arts wil met een verpleegkundige erbij. Ik heb geprobeerd een goede gevoelsreflectie te geven aan mevrouw Kok, voor mijn gevoel is de gevoelsreflectie best oké gegaan. Ik heb geprobeerd om een open houding aan te nemen. Ik heb geprobeerd om goed oogcontact te maken, door oogcontact te maken probeerde ik te laten zien dat ik geïnteresseerd was in wat mevrouw Kok zei (De steven, z.d.). Voor mijn gevoel is oogcontact maken goed gelukt tijdens het gesprek.
Fase 3: Bewustwording
Ik ben mij ervan bewust geworden toen ik de video terug keek dat ik nog wat beter mag parafraseren, ik heb soms te veel de neiging om letterlijk te zeggen van de patiënt zegt. Wat mij nog meer opviel is dat soms nog wel een gesloten vraag stel terwijl ik gewoon open vragen had kunnen stellen.
Fase 4: Alternatieven ontwikkelen
De volgende keer wil ik beter parafraseren en betere open vragen stellen. Ook was ik best zenuwachtig van te voren, dus ik zou graag minder zenuwachtig willen zijn.
Fase 5: Uitproberen
Om minder zenuwachtig te zijn wil ik de volgende keer voor het gesprek vijf keer diep in en uit ademen, hierdoor krijgt mijn lichaam het signaal om rustiger te worden (Kay, 2016).