5V verbos reflexivos ¡Hay que cuidarse!

¡Bienvenidos!
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

¡Bienvenidos!

Slide 1 - Tekstslide

¡Hay que cuidarse!
Plan de hoy
- Vocabulari y frases sobre la salud, el estilo de vida
Las costumbres de come, moverse 
- Repetición de los verbos reflexivos

Slide 2 - Tekstslide

la comida española

Slide 3 - Woordweb

Welke klachten horen bij welke diagnose?
Tiene la gripe
Tiene fiebre
Está mareado
Está cansado
Tiene un catarro
Le duele la cabeza y tiene 39C
Estornuda mucho y tiene tos
Tiene dolor de cabeza y todo gira
Le duelen las piernas y no puede más
Le duele todo el cuerpo y toma una aspirina

Slide 4 - Sleepvraag

El médico
el dolor
sano
¡Qué te mejores!
El cuerpo
La fiebre
Me duele(n)...
La cabeza
¿Qué te pasa?
Me siento...
Te sientes
de dokter
het lichaam
jij voelt je
ik voel me
de pijn
wat is er aan de hand?
de koorts
het hoofd
beterschap
gezond
mij doet / doen zeer....

Slide 5 - Sleepvraag

Los verbos reflexivos
De wederkerende werkwoorden

Slide 6 - Tekstslide

Verbos reflexivos
Waaraan herken je een wederkerend werkwoord?


Hoe vervoeg je een wederkerend werkwoord?


eindigt op -se
-se eraf halen, daarna de uitgang eraf halen. 
Vervolgens me, te, se, nos, os, se ervoor zetten. 

Slide 7 - Tekstslide

Wat is GEEN wederkerend werkwoord?
A
aburrirse
B
levantarse
C
bailar
D
bañarse

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Tekstslide

El presente         verbos reflexivos

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Het wederkerend werkwoord staat:
- altijd voor het vervoegde werkwoord 
Me ducho con agua fría
Me quiero duchar
of
- direct achter de infinitief
Quiero ducharme con agua fría

Slide 12 - Tekstslide

de plaats van het wederkerend vnw
1. Staat er een heel ww in de zin? Dan plak je het vnw hier aan vast.
Bijv: No tienes que ducharte hoy.
2. Bij gebiedende wijs plak je het vnw altijd vast aan het ww.
¡Cuídate mucho!
3. Bij de gebiedende wijs ontkennend komt het vnw er voor:
¡No te preocupes!
4. Let ook op de klinkerwisseling (indien nodig)
Despertarse (ie) - > Yo me despierto, tu te despiertas, etc

Slide 13 - Tekstslide

¿Cómo conjugas con: tú?

Slide 14 - Tekstslide

¿Cómo conjugas con: él/ella/usted?

Slide 15 - Tekstslide

¿Cómo conjugas con: nosotros?

Slide 16 - Tekstslide

¿Cómo conjugas en: vosotros?

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Respuestas
  1. me levanto
  2. nos maquillamos
  3. se visten
  4. os ponéis
  5. se acuesta
  6. te lavas
  7. se ducha
  8. se peina
  9. dormirme
  10. te despiertas

Slide 19 - Tekstslide

Escribe frases como en el ejemplo.
Boek p. 14 voor de uitgangen
 Fíjate bien en el lugar del pronombre reflexivo (wederkerend voornaamwoord).
Ejemplo: Quinten y yo / levantarse / tarde (presente)
Quinten y yo nos levantamos tarde.

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

OJO
  • Sommige werkwoorden zijn in het Spaans wel wederkerend en in het Nederlands niet: despertarse (wakker worden) levantarse (opstaan)
  • Sommige wederkerende werkwoorden hebben ook een stamklinkerwisseling: despertarse (ie), acostarse (ue) (naar bed gaan), vestirse(e/i) (zich aankleden)
  • Alléén werkwoorden die eindigen op -se zijn wederkerend, pas dus op dat je niet overal me, te, se etc. voor gaat zetten!!!

Slide 23 - Tekstslide

TP 3: ¿Es un tema fácil o difícil?

Slide 24 - Poll

Vocabulario capítulo 3
https://quizlet.com/556966679/paso-adelante-4-capitulo-3-flash-cards/?funnelUUID=508b4cb0-59b2-41e0-bc0f-9cd668beaaa9

Slide 25 - Tekstslide