Herhaling Elektriciteit

56 mA is gelijk aan
A
0,056 A
B
0,56 A
C
5,6 A
D
560 A
1 / 20
volgende
Slide 1: Quizvraag
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2,3

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

56 mA is gelijk aan
A
0,056 A
B
0,56 A
C
5,6 A
D
560 A

Slide 1 - Quizvraag

91 V is gelijk aan
A
9,1 mV
B
91 mV
C
91000 mV
D
0,091 mV

Slide 2 - Quizvraag

De eenheid van stroomsterkte is...
A
Volt
B
Ampère
C
Coulomb
D
Ohm

Slide 3 - Quizvraag

Het symbool voor spanning is
A
U
B
V
C
R
D
A

Slide 4 - Quizvraag

Hoe groot is de spanning die door deze batterijen worden geleverd? (1,5 V per batterij). Goed kijken!!!!!
A
0V
B
1,5V
C
3V
D
6V

Slide 5 - Quizvraag

Met welk apparaat kun je de spanning verhogen of verlagen?
A
een spanningsmeter
B
een batterij
C
een LED
D
een transformator

Slide 6 - Quizvraag

Lees de stroommeter af
A
2,8 A
B
0,28 A
C
0,028 A

Slide 7 - Quizvraag

Lees de spanningsmeter af
A
4 V
B
8 V
C
0,8 V

Slide 8 - Quizvraag

Een geleider is een stof waarin de elektronen niet vrij kunnen bewegen.
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 9 - Quizvraag

Wat is het symbool voor een spanningsmeter?
A
B
C
D

Slide 10 - Quizvraag


Wat betekent
dit symbool?
A
bel
B
open schakelaar
C
gesloten schakelaar
D
stopcontact

Slide 11 - Quizvraag


Hoe heet deze soort schakeling?
A
serieschakeling
B
parallelschakeling
C
gemengde schakeling
D
iets anders

Slide 12 - Quizvraag

Deze schakeling is een .....
A
serieschakeling
B
parallelschakeling
C
gemengde schakeling
D
zowel serieschakeling en parallelschakeling

Slide 13 - Quizvraag


Wat voor soort schakeling
zie je hiernaast?
A
serieschakeling
B
parallelschakeling
C
gemengde schakeling
D
iets anders

Slide 14 - Quizvraag


Welke soort schakeling
zie je hier?
A
serieschakeling
B
parallelschakeling
C
gemengde schakeling
D
iets anders

Slide 15 - Quizvraag

Hoe schakel je een ampèremeter?
A
in serie
B
parallel

Slide 16 - Quizvraag


Je ziet een schakelschema
met een batterij, twee lampjes
en een schakelaar.

Welk lampje brandt?
A
alleen lampje 1
B
alleen lampje 2
C
beide lampjes
D
geen enkel lampje

Slide 17 - Quizvraag


Wat gebeurt er
als je de schakelaar
sluit?
A
lampje A en B gaan branden
B
er gebeurt niks: de lampjes blijven branden
C
lampje A en B gaan uit
D
je maakt dan kortsluiting

Slide 18 - Quizvraag

Ik begrijp dit onderwerp....
😒🙁😐🙂😃

Slide 19 - Poll

Welke onderwerpen van
elektriciteit
vind je nog moeilijk?

Slide 20 - Woordweb