t2_Begrüßungen

• Duits
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Herzlich Willkommen!

Deutsch Periode 1 

Inhalt der Stunde

1. Lernziele dieser Stunde
   
2. Almabtrieb
3. Begrüßungen - Aufgabe A
4. Aufgaben dieser Woche

1. Lernziele dieser Stunde

Am Ende dieser Stunde kannst du ...

• ... vertellen wat de Oostenrijkers tijdens de Almabtrieb vieren. 
• ... iemand in het Duits begroeten en van iemand afscheid nemen. 

2. Almabtrieb

Aufgabe

• Kijk naar het filmpje en maak aantekeningen: wat zie je?
  
• Beantwoord daarna de vraag: 

              "Wat vieren de Oostenrijkers tijdens de Almabtrieb?

Wat vieren de Oostenrijkers tijdens de Almabtrieb? Beantwoord de vraag in het Nederlands.

3. Begrüßungen - Aufgabe A

Was	Aufgabe A.1 - Sunny lernt Deutsch, AB, Seite 11
Wie	- Je kijkt een filmpje over Sunny. Wat zegt ze in het Duits? - Combineer 1 t/m 5 met a t/m e. - We kijken 2x naar het fragment. - Alles gecombineerd? Vertaal de Duitse zinnen in het Nederlands.
Hilfe	Geen, probeer de opdracht zelf te maken.
Zeit	10 Minuten

3. Begrüßungen - Aufgabe A

Was	Aufgabe A.2 - Sunny lernt Deutsch, AB, Seite 11
Wie	- Je kijkt nog een keer naar het filmpje over Sunny. Wanneer zegt ze wat? - Zet de beelden in de juiste volgorde door bij de afbeeldingen de nummers 1 t/m 6 te zetten. - We kijken 2x naar het fragment.
Hilfe	Geen, probeer de opdracht zelf te maken.
Zeit	10 Minuten

Wat zeg je als je iemand tegenkomt?

1. Guten Morgen!
2. Mach's gut!
3. Bis bald!
4. Auf Wiedersehen!

Wat zeg je als je iemand 's avonds tegenkomt?

1. Guten Morgen!
2. Tschüss!
3. Guten Abend!
4. Auf Wiedersehen!

Je neemt afscheid. Wat zeg je?
(meerdere antwoorden zijn mogelijk)

1. Bis bald!
2. Tschüss!
3. Guten Abend!
4. Auf Wiedersehen!

Vertaal in het Duits:
Tot morgen!

1. Bis bald!
2. Bis morgen!
3. Guten Abend!
4. Auf Wiedersehen!

Vertaal in het Duits:
Hoe gaat het met u?

1. Wie geht es Ihnen?
2. Bis morgen!
3. Guten Abend!
4. Mach's gut!

Vertaal in het Duits:
Mijn naam is ...

1. Wie geht es Ihnen?
2. Mein Name ist ...
3. Auf Wiedersehen!
4. Es geht mir gut, danke!

3. Begrüßungen - Aufgabe A

Was	Begrüßungen
Wie	- Ga staan en loop door de klas. Als je iemand tegenkomt, geef je elkaar een high five! - Begroet elkaar in het Duits (Hallo - Guten Tag! - Hi)

3. Begrüßungen - Aufgabe A

Was	Begrüßungen
Wie	- Ga staan en loop door de klas. Als je iemand tegenkomt, geef je elkaar een high five! - Begroet elkaar in het Duits (Hallo - Guten Tag! - Hi) Variatie: - Begroet elkaar op de 1e schooldag na een hele lange vakantie en periode thuis (ben je blij, verdrietig, moe ...?). - Begroet elkaar op een feestje met goede muziek. - Begroet elkaar op een afscheidsfeestje van je beste vriend/vriendin.

4. Aufgaben dieser Woche

Aufgaben dieser Woche

• A. Sunny lernt Deutsch: TB, Seite 18 & AB, Seite 11
  
• B. Hallo und Tschüss!: TB, Seite 18 & AB, Seite 12
  
• C. Wie geht's dir?: TB, Seite 19 & AB, Seite 13-14
  
• Antwoorden controleren. 
  

Lernen dieser Woche

• Klassensprache (D-N & N-D) - herhaling
  
• Begrüßung und Abschied (D-N & N-D)
  
• Wie geht's dir? (D-N & N-D)
  
• Die Wochentagae, die Monate und das Datum (D-N & N-D)
  

D-N = van Duits naar Nederlands

N-D = van Nederlands naar Duits

Je leert de woordjes dus beide kanten op!