Beeldspraak - vergelijking, metafoor, personificatie

Beeldspraak

Vergelijking met verbindingswoord - asyndetische vergelijking (=zonder verbindingswoord) - zuivere metafoor - personificatie

1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Beeldspraak

Vergelijking met verbindingswoord - asyndetische vergelijking (=zonder verbindingswoord) - zuivere metafoor - personificatie

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel


- beeldspraak herkennen

- beeldspraak benoemen



Slide 2 - Tekstslide

Wat is beeldspraak?
timer
1:00

Slide 3 - Open vraag

Waarom is het belangrijk om beeldspraak te herkennen?
timer
1:00

Slide 4 - Open vraag

Vormen van beelspraak

- vergelijking met verbindingswoord

- asyndetische vergelijking

- zuivere metafoor

- personificatie

- metonymia

Slide 5 - Tekstslide

Vergelijking met een verbindingswoord of de asyndetische vergelijking.


Bij een vergelijking vergelijk je twee
dingen (object en beeld) met elkaar.








Slide 6 - Tekstslide

Voorbeelden van vergelijkingen

Hij (object) is zo rood als een kreeft (beeld) geworden door de zon.

Hij wordt vergeleken met een kreeft

Jouw kamer(object) lijkt wel een zwijnenstal (beeld).

Jouw kamer wordt vergeleken met een zwijnenstal.

Slide 7 - Tekstslide

Asyndetische vergelijking

Een asyndetische vergelijking houdt in dat er geen verbindingswoord staat tussen het object en het beeld. De term komt, zoals zoveel namen van stijlfiguren, uit het Grieks. Het is opgebouwd uit ‘a’ ‘syn’ en ‘de’, deze betekenen respectievelijk ‘niet’ ‘samen’ en ‘binden’, dus het beeld en het object worden niet ‘gebonden’ door een verbindingswoord. 

Slide 8 - Tekstslide

Voorbeelden asyndetische vergelijking

Voorbeelden zijn:

Zijn hoofd, een tomaat, gloeide nog na
Wat doet hij hier? Die sukkel, die idioot!

Slide 9 - Tekstslide

Zuivere metafoor

Een metafoor lijkt op een vergelijking,
alleen staat het object nu niet meer in de zin, maar alleen het beeld.


Slide 10 - Tekstslide

Voorbeelden metafoor

Wat een zwijnenstal (beeld) is het hier.


Zwijnenstal is het beeld dat gebruikt wordt om aan te geven dat het een grote troep is.

Wat er precies een troep is, staat nu niet in de zin.





Dat
schaap(beeld) heeft zich laten beetnemen.



Dat
schaap staat voor een dom persoon. Wie het precies is, staat niet in de zin.



Slide 11 - Tekstslide

Personificatie

Met een personificatie geef je een
menselijke eigenschap aan
iets dat geen mens is.


Slide 12 - Tekstslide

Voorbeelden personificatie

Zachtjes fluisteren de bomen haar naam.

Bomen kunnen niet fluisteren, dat is een menselijke eigenschap.


Soms lacht de toekomst je toe.

De toekomst kan niet lachen, dat is een menselijke eigenschap.


Slide 13 - Tekstslide

Papier is geduldig
timer
0:15
A
Vergelijking met verbindingswoord
B
Zuivere metafoor
C
Personificatie
D
Asyndetische vergelijking

Slide 14 - Quizvraag

Pieter is als een sluwe vos te werk gegaan.
timer
0:15
A
Vergelijking met verbindingswoord
B
Personificatie
C
Zuivere metafoor
D
Asyndetische vergelijking

Slide 15 - Quizvraag

Zo'n etterbak moet streng gestraft worden.
timer
0:15
A
Personificatie
B
Zuivere metafoor
C
Vergelijking met verbindingswoord
D
Asyndetische vergelijking

Slide 16 - Quizvraag

Annie kwam aanrijden in haar koekblik is een ....?
timer
0:15
A
Vergelijking met verbindingswoord
B
Personificatie
C
Zuivere metafoor
D
Asyndetische vergelijking

Slide 17 - Quizvraag