Als de stam van een werkwoord eindigt op -t of -d, krijg je bij de uitgangen van du, er/sie/es/man en ihr een extra -e. Bijvoorbeeld:
du antwortest
De regel geldt ook voor de werkwoorden öffnen, atmen, regnen, zeichnen en rechnen.
--> du öffnest, er atmet, es regnet, ihr zeichnet, sie rechnet