In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Geluidssnelheid
Hoofdstuk 8
Paragraaf 5
Slide 1 - Tekstslide
Planning
Huiswerk
Leerdoelen
Uitleg
Oefenen
Afsluiten
Slide 2 - Tekstslide
Huiswerk controleren / bespreken
Hoofdstuk 8
Paragraaf 1
Opgaven: 1, 2, 3, 10, 11 en 16
Had je het vorige huiswerk niet af?
Zorg dat je dat dan nu ook af heb!
Slide 3 - Tekstslide
Leerdoel
Je leert met welke snelheid geluid door een medium gaat.
Je leert rekenen met de geluidssnelheid
Slide 4 - Tekstslide
Wat is een medium?
Slide 5 - Open vraag
Bron -- Medium -- Ontvanger
Slide 6 - Tekstslide
Onweer
Wat is er bijzonder aan onweer, wanneer je kijkt naar het onderwerp geluid?
Slide 7 - Tekstslide
Snelheid van geluid
Je ziet bij onweer eerst de flits en dan hoor je de donder.
De geluidssnelheid: 343 m/s
De lichtsnelheid: 300 000 000 m/s
De lichtsnelheid is dus bijna 1 miljoen keer zo groot als de geluidssnelheid.
Slide 8 - Tekstslide
Onweer
Je kan tellen hoe ver onweer van je vandaag is.
Als er 3 seconden zitten tussen het zien en het horen, bevindt het onweer zich op ongeveer één kilometer.
Slide 9 - Tekstslide
Geluidssnelheid berekenen
Voor het berekenen van de afstand die geluid aflegt, kan je ook een formule gebruiken:
s = v x t
s = de afstand die het geluid aflegt (m)
v = de geluidssnelheid (m/s)
t = de tijd (s)
Slide 10 - Tekstslide
Geluidssnelheid berekenen
Voor het berekenen van de afstand die geluid aflegt, kan je ook een formule gebruiken:
s = v x t
s = de afstand die het geluid aflegt (m)
v = de geluidssnelheid (m/s)
t = de tijd (s)
Slide 11 - Tekstslide
Je staat op 800 m van een zwaar blok op een heipaal. Je ziet het blok vallen. Even later hoor je de klap van het neerkomen van het blok. Bereken hoeveel tijd er zit tussen het moment dat je het blok ziet neerkomen en het horen van de klap.
Slide 12 - Open vraag
Gegeven: v = 343 m/s
s = 800 m
Gevraagd: t = ?
Formule: s = v x t
t = s : v
Berekening t = 800 : 343 = 2,33 s
Antwoord: De tijd tussen het zien en het horen is 2,33 s.
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Zien zonder ogen - echolocatie
Slide 15 - Tekstslide
echolood en echolocatie
Een echolood bestaat uit een zender en een ontvanger.
De zender stuurt een toon naar de bodem en deze wordt teruggekaatst.
De ontvanger vangt het teruggekaatste signaal weer op.
De tijd tussen het uitzenden
en ontvangen geluid wordt gemeten.
Met de geluidssnelheid in
water kun je dan berekenen
hoe diep het water is.
Slide 16 - Tekstslide
Maakwerk
Hoofdstuk 8
Paragraaf 5
Opgaven: Mavo 90 t/m 107
Slide 17 - Tekstslide
Leerdoel
Je leert met welke snelheid geluid door een medium gaat.