Samenvatting 6.3 en 6.4

Samenvatting 6.3 en 6.4
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 21 slides, met tekstslides en 4 videos.

Onderdelen in deze les

Samenvatting 6.3 en 6.4

Slide 1 - Tekstslide

Aan het einde van de paragraaf


  • begrijp je het verschil tussen weer en klimaat en kun je een klimaatgrafiek aflezen;
  • weet je dat de breedteligging invloed heeft op de temperatuur;
  • weet je dat de hoogte van het landschap invloed heeft op de temperatuur;
  • begrijp je hoe seizoenen ontstaan en kun je uitleggen welke invloed seizoenen op de temperatuur hebben.




Slide 2 - Tekstslide

Weer en klimaat
Wat is weer?


Wat is klimaat?

Slide 3 - Tekstslide

Weer en klimaat
Wind, zon, regen, warm, koud, bewolking zijn dingen die horen bij het weer

Klimaat is de gemiddelde temperatuur en neerslag van de afgelopen 30 jaar


Slide 4 - Tekstslide

Breedteligging en temperatuur
Gebieden rond de evenaar liggen op
lage breedte

Gebieden bij de polen liggen op
hoge breedte


De aarde staat dus schuin naar de zon toe

Slide 5 - Tekstslide

Breedteligging en temperatuur
Hoe komt het dat de zon voor minder 
warmte zorgt bij de polen?

- de zonnestralen vallen schuiner op de aarde
- de zonnestralen leggen een langere weg af

Hoe noem je de afstand tot de evenaar?
breedteligging


Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Slide 8 - Video

Seizoenen op aarde 
Welk seizoen is het bij ons als de noordpool naar de zon toe staat gedraaid?
zomer

Welk seizoen is het bij ons als 
de noordpool van de zon is 
weggedraaid?
winter




Slide 9 - Tekstslide

Seizoenen op aarde 
De vier periodes van het jaar samen zijn de seizoenen

De as door het midden
van de aarde is de aardas






Slide 10 - Tekstslide

Hoogteligging en temperatuur
Bergtop: koud > eeuwige sneeuw
Dal: warm



Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Aan het einde van de paragraaf


  • weet je wat een klimaatgebied is en welke klimaatgebieden op lage breedte liggen;
  • weet je welke klimaatgebieden op gematigde breedte liggen;
  • weet je welke klimaatgebieden op hoge breedte liggen;
  • begrijp je waarom er verschillende plantenzones zijn vanaf de evenaar naar de polen en weet je welke dat zijn.






Slide 13 - Tekstslide

Klimaten op lage breedte
Een gebied met hetzelfde  klimaat > klimaatgebied

Rond de evenaar regent het veel en is het altijd warm. 
Dit noemen we een tropisch klimaat

Ten zuiden en ten noorden daarvan is het warm en droog. 
Dit is een woestijnklimaat



Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Klimaten tussen hoge en lage breedte
Gebied tussen hoge en lage breedte is de gematigde breedte
het is hier niet extreem warm of koud

Zachte winters en koele zomers:
Zeeklimaat

Strenge winters en hete zomers:
Landklimaat


Slide 16 - Tekstslide

Klimaten op hoge breedte en in het hooggebergte
De noord en zuidpool liggen op hoge breedte
Er heerst hier een poolklimaat

Kenmerken zijn:
- het vriest er altijd
- er valt sneeuw

Berggebieden hebben ook dit klimaat!



Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Klimaatgebieden

Slide 19 - Tekstslide

Plantenzones
Hoe heet een gebied waar ongeveer dezelfde planten voorkomen? 
plantenzone

  • tropisch regenwoud
  • steppe en woestijn
  • loofbos
  • naaldbos
  • toendra en ijs



Slide 20 - Tekstslide

Plantenzones
Je moet de plantenzones kunnen herkennen en benoemen op de toets!

Slide 21 - Tekstslide