Column schrijven

Nederlands 
Column schrijven
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Nederlands 
Column schrijven

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel
Ik weet aan het einde van deze les;
-  wat een column is
- Ik kan een column schrijven

Slide 2 - Tekstslide

Lees je wel eens columns/weblogs?
zo ja, welke?

Slide 3 - Open vraag

Schrijf je wel eens weblogs of columns? Zo ja, waar gaan die over?

Slide 4 - Open vraag

Wat is een column?
In een column verbind je nieuwsfeiten met een persoonlijke mening. Als schrijver vraag je je af: wat vind ik hiervan? en waarom?

Je presenteert feiten en geeft je mening daarover. Dit kun je doen door humor en een prikkelende schrijfstijl. (mensen worden geprikkeld om je column te lezen)

Columns vind je in kranten, maar ook digitaal denk aan facebook of twitter.


Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Wat is je eerste reactie op dit stuk? en waarom?

Slide 7 - Open vraag

Welke waarom vragen kun je bij dit stuk stellen? Bedenk er 5 ( je hoeft ze niet te beantwoorden)

Slide 8 - Open vraag

Wat heeft dit nieuws met jouw eigen leven te maken?

Slide 9 - Open vraag

Heb je wel eens iets meegemaakt dat lijkt op de gebeurtenis uit het nieuwsbericht?

Slide 10 - Open vraag

Wat als je zoiets zou meemaken?

Slide 11 - Open vraag

Slide 12 - Video

Wat is een column?
Column:
Een kort stukje proza (tekst)  waarin de auteur zijn/ haar mening puntig en uitdagend uiteenzet. 

Tekstdoel:
Overtuigen, maar ook amuseren.
Vaak zijn tekstdoelen met elkaar vermengd.
Proza is iedere tekst die is geschreven of gesproken in de vorm van gewone taal.

Slide 13 - Tekstslide

Inhoud column
- Inhoud is moeilijk te typeren/groeperen. Auteur bepaalt zelf waar hij over schrijft. 
Voorbeeld:
- persoonlijke belevenissen
- iets wat auteur is opgevallen
- reactie op politieke of maatschappelijke zaken
- iets waar auteur zich aan ergert

Slide 14 - Tekstslide

Inhoud column
- Kijk wat er om je heen gebeurt. Het kan iets groots, maar ook iets kleins zijn. 
- Denk aan je doelgroep. Voor wie schrijf je? Hoe ga jij je lezers aan het denken zetten?

Slide 15 - Tekstslide

Tips voor het schrijven van een column
1. Zorg voor een goede openingszin
2. Maak niet meteen een nette versie
3. Overdrijven mag
4. Denk aan een doelgroep
5. Schrijf over iets wat je boeit
6. Zorg voor een rode draad

Slide 16 - Tekstslide

Kenmerken column
De schrijver valt met de deur in huis door te beginnen met hét speerpunt van zijn tekst. 
Dit verpakt hij pakkend en origineel.  

Dat kan bijvoorbeeld met: een bijzonder, opvallend weetje, een nieuwtje, een anekdote, een afwijkende mening, een onverwacht feit, een uitdagende stelling of een combinatie hiervan.  
Hij zorgt dat hij de lezer direct ‘heeft’ met zijn originele invalshoek.

In het slot wordt zijn persoonlijke boodschap of advies duidelijk. Hij sluit af met een knallende slotzin, zodat zijn column na het lezen nog even blijft hangen bij de lezer.

Slide 17 - Tekstslide

Aan de slag


Klaar?

Werken aan je eigen werk
timer
15:00

Slide 18 - Tekstslide

Spelling 1.8 BK Hoofdletters

Een tekst zonder hoofdletters is vaak minder goed te lezen. Maar wanneer gebruik je nu een hoofdletter? 
Je schrijft een hoofdletter aan het begin van elke zin.

voorbeeld
Ik maak elke dag mijn huiswerk direct als ik thuiskom.
Alle namen schrijf je met een hoofdletter:
voorbeeld

Gisteren heeft Murat de talentenjacht gewonnen.
Van alle docenten is mevrouw Jansen de leukste! 
Volgende week komt de schrijver Marcel van Driel op onze school.
De hoofdstad van Zuid-Limburg is Maastricht.
Op de camping stonden heel veel Nederlanders.

Slide 19 - Tekstslide