In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Vormen ontwikkelingshulp
Slide 1 - Tekstslide
Planning
Herhaling vorige les
Lesdoelen
Vormen ontwikkelingshulp
Oefenen(voor de toets)
Slide 2 - Tekstslide
Wat is een monocultuur?
A
Het land importeert maar één product
B
Het land importeert veel dure producten
C
Het land exporteert maar één of weinig producten
D
Het land exporteert veel producten
Slide 3 - Quizvraag
Lesdoelen
Ik kan (vijf) verschillende vormen van ontwikkelingssamenwerking benoemen.
Ik kan de verschillende vormen van ontwikkelingssamenwerking uitleggen.
Ik kan aangeven wanneer welke vorm van ontwikkelingssamenwerking wordt toegepast.
Slide 4 - Tekstslide
Manieren van hulp
Noodhulp
Structurele hulp
Bilaterale hulp
Gebonden hulp
Ongebonden hulp
Structurele hulp
Slide 5 - Tekstslide
Noodhulp
Hulp van korte duur na een ramp
Voedsel, medicijnen, water, slaapplekken
Slide 6 - Tekstslide
Structurele hulp
Blijvende hulp --> voor een langere duur Denk maar aan het aanleggen van waterleidingen of wegen, of het opleiden van doctoren. Maar ook schulden kwijtschelden.
Slide 7 - Tekstslide
Bilaterale hulp
Het ene land geeft geld aan een ander land.
Gebonden hulp Ongebonden hulp
Er is afgesproken waaraan Het land mag zelf beslissen
het geld wordt besteed. waar ze het geld aan
besteden.
Slide 8 - Tekstslide
Gebonden hulp
Bij gebonden hulp stelt het land dat geld geeft eisen aan de besteding van het geld.
Slide 9 - Tekstslide
Aan de slag
Basis:
Maken opdrachten H5.4
Ontwikkelingshulp
Kader:
Maken opdrachten H5.6
Ontwikkelingssamenwerking
Slide 10 - Tekstslide
Welke vorm van hulp is structurele hulp?
A
voedsel sturen
B
kleding sturen
C
tenten bouwen
D
scholen bouwen
Slide 11 - Quizvraag
Hulp aan een ontwikkelingsland waarbij voorwaarden aan die hulp gesteld worden
A
Gebonden hulp
B
Structurele hulp
C
Noodhulp
D
Bilaterale hulp
Slide 12 - Quizvraag
Hulp aan ontwikkelingslanden. Wat is structurele hulp?
A
Hulp met als doel dat deze landen op lange termijn zelfstandig worden.
B
Hulp waarbij er voorwaarden gesteld worden door het gevende land.
C
Hulp in Noodsituaties
D
Hulp dat voor altijd doorgaat
Slide 13 - Quizvraag
Hulp bij een aardbeving is ...
A
Gebonden hulp
B
Noodhulp
C
Structurele hulp
Slide 14 - Quizvraag
Door aanhoudende droogte in Zimbabwe mislukken de oogsten. Voor zo'n 2,4 miljoen mensen is voedsel nodig. Welke soort hulp biedt hier de beste oplossing?
Slide 15 - Open vraag
Lesdoelen
Ik kan (vijf) verschillende vormen van ontwikkelingssamenwerking benoemen.
Ik kan de verschillende vormen van ontwikkelingssamenwerking uitleggen.
Ik kan aangeven wanneer welke vorm van ontwikkelingssamenwerking wordt toegepast.