Hoofdstuk 8 paragraaf 2

Herhalen par. 8.1 
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Herhalen par. 8.1 

Slide 1 - Tekstslide

Europese Unie is......
A
27 landen die veel met elkaar samenwerken
B
europa
C
landen die veel ruzie maken over allerlei wetten
D
Nederland, Belgie en Duitsland

Slide 2 - Quizvraag

Wat is de hoofdstad van de Europese Unie?
A
Amsterdam
B
Berlijn
C
Parijs
D
Brussel

Slide 3 - Quizvraag

Wat zijn de voordelen van de
Europese Unie?
A
Het is gezellig
B
De grenzen zijn open voor handel (goederen) en mensen. Er is ook minder kans op oorlog.
C
We spreken nu allemaal één taal.
D
De landen liggen nu dichter bij elkaar. Er is ook minder kans op oorlog.

Slide 4 - Quizvraag

Wat wil de Europese Unie vooral?
A
Veiligheid en economische groei
B
Vrede en welvaart
C
Welvaart en welzijn
D
Vrede en meer geld

Slide 5 - Quizvraag

Wat is het doel van de Europese Unie?
A
Samen heb je meer wapens en kun je landen veroveren
B
Meer geld verdienen
C
Samen besluiten vormen op politiek en economisch gebied
D
Wereldvrede creëren

Slide 6 - Quizvraag

Nederland is 1 van de oprichters van de Europese Unie.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quizvraag

Welke land ging uit de Europese Unie?
A
Engeland
B
Groot-Brittannië
C
Brittannië
D
Verenigd Koninkrijk

Slide 8 - Quizvraag

Welk land is geen lid van de Europese Unie?
A
Griekenland
B
Duitsland
C
Bulgarije
D
Noorwegen

Slide 9 - Quizvraag

§ 8.2 Identiteit van Europa

Slide 10 - Tekstslide

Spanjaarden houden van tapas en flamenco,
Fransen eten stokbrood  en drinken wijn
Grieken eten  feta en Ouzo
Nederlanders ?
Dit zijn kenmerken die bij de nationale identiteit van een land horen. 
Bestaat er ook zoiets als Europese identiteit? 

Slide 11 - Tekstslide

Lesdoelen par.8.2
R:           Je kent de begrippen 
T1:          Je kunt de Europese cultuurkenmerken benoemen en herkennen
T2:         Je kunt verklaren waarom een Europese identiteit onhaalbaar is  
I:             Je kent de meerwaarde van een de pluriforme samenleving 

Slide 12 - Tekstslide

Is er één Europese Cultuur?

Slide 13 - Tekstslide

Wat zie je?

Slide 14 - Tekstslide

Wat zie je?

Slide 15 - Tekstslide

Lastig om Europese identiteit te krijgen.
Europese identiteit voelen burgers van de EU niet zo sterk als de nationale of regionale identiteit.
 o.a. door niet spreken dezelfde taal, niet leren over gezamenlijke geschiedenis en veranderen territorium → lastig om een band te krijgen met EU.

Nationalisme
Sommige groepen vinden Europese identiteit bedreigend. Nationale identiteit komt in gevaar → nationalisme.

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

De Europese identiteit
Het is lastig om een Europeaan te herkennen.
In 27 landen wonen bijna 500 miljoen mensen.
Zij spreken 23 verschillende talen, als je alleen de officiële talen meetelt.

Minder dan 5% van de burgers in Europa voelt zich in de eerste plaats Europeaan. Ze voelen zich meer Ier of Duitser of….

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Video

Welke identiteit(en) vinden de meeste mensen belangrijker?
A
Europees
B
Lokaal
C
Nationaal
D
Wereld

Slide 27 - Quizvraag

Geef twee oorzaken/redenen waarom de Europese identiteit vrij klein is.

Slide 28 - Open vraag

Voel jij je wel eens Europeaan? Zo ja, wanneer dan? Zo niet, waarom niet?

Slide 29 - Open vraag

In welk deel zal de Europese identiteit het grootst zijn?
A
Westelijk deel van Europa
B
Oostelijk deel van Europa

Slide 30 - Quizvraag

Lesdoelen
R:           Je kent de begrippen 
T1:          Je kunt de Europese cultuurkenmerken benoemen en herkennen
T2:         Je kunt verklaren waarom een Europese identiteit onhaalbaar is  
I:             Je kent de meerwaarde van een de pluriforme samenleving 

Slide 31 - Tekstslide

Huiswerk par. 8.2
Maken volgende opdrachten
1,2,3 en 5

Slide 32 - Tekstslide

Huiswerk:

  • 8.2 Opdracht:  1,2,3 en 5
Nabespreken: opgave 1 en 2
timer
20:00

Slide 33 - Tekstslide