Les 3: herhaling H1 uitleg H1S4

Nederland in 1350
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Nederland in 1350

Slide 1 - Tekstslide

Hoe was Nederland in 1350 bestuurlijk ingericht?

Slide 2 - Open vraag

Wie was Filips de Goede?
A
De Franse heerser over de Nederlandse gewesten.
B
De Engelse heerser over Duitsland.
C
Koning van Brussel
D
De goede tweelingbroer van Filips de Kwade.

Slide 3 - Quizvraag

Hoe wilde Filips de Goede invloed uitoefenen op eenheid in de gewesten?
A
Door een koning aan te stellen.
B
Door met een leger iedereen te verplichten.
C
Door wetten te verzinnen.
D
Door een vergadering (Staten-Generaal)

Slide 4 - Quizvraag

Waarom werd Nederland nog geen eenheidsstaat?
A
Er was geen 1 koning.
B
De gewesten wilden hun vrijheid niet verliezen.
C
Maria van Bourgondië wilde geen eenheidsstaat.
D
Niemand wist wat een eenheidsstaat was.

Slide 5 - Quizvraag

gewesten
Nederland bestond in 1350 uit verschillende gebieden, gewesten genaamd.
Bestuur gewesten
Deze gewesten hadden ieder een eigen bestuur, eigen wetten en regels en eigen munten.
Zelfstandigheid
De gewesten wilden graag zelfstandig blijven. Ze waren tevreden met hun eigen privileges, wetten en regels.

Slide 6 - Tekstslide

Wie was de baas?
In de veertiende eeuw stonden deze verschillende gewesten onder controle van een Franse hoge edelman, de hertog van Bourgondië.
Filips de Goede
De Franse Filips de Goede wilde meer invloed uitoefenen op de Nederlandse gewesten. 

Slide 7 - Tekstslide

S4: Ik kan door onderzoek uitleggen hoe er tegenwoordig onvrede over de politiek door de bevolking geuit wordt en hoe de bevolking veranderingen in de wet kan realiseren. (t)

Schrijf een kort verslag in je aantekeningenschift en geef antwoord op S4.
 
- Hoe wordt tegenwoordig onvrede door bevolking geuit naar politiek?
- Hoe kan de bevolking veranderingen in de wet realiseren?
Hoofdstuk 4: opschudding in de Nederlanden
Paragraaf 4.2: Buitenlandse bemoeienis
Opdracht: allemaal

Slide 8 - Tekstslide

4.2 Ik kan het conflict in Nederland dat resulteerde in de stichting van een Nederlandse staat uitleggen.
S1: Ik kan uitleggen wat een gewest is in Nederland rond het jaar 1350.
S2: Ik kan uitleggen hoe Filip de Goede meer invloed wilde uitoefeningen in het Nederlands gebied
S3: Ik kan uitleggen waarom Nederland nog geen eenheidsstaat werd

Slide 9 - Tekstslide

Filips de Goede wilde meer invloed in de Nederlandse gewesten door:

- Stadhouders per gewest te plaatsen.
- Staten-Generaal (vergadering afgezanten van alle gewesten)
- Brussel tot hoofdstad verklaren.

Slide 10 - Tekstslide

Maar.... de Nederlandse gewesten konden dit niet waarderen van Filips de Goede!

Gewesten in tegenstand
Waarom zouden de Nederlandse gewesten het niet waarderen dat Filips de Goede de gewesten wilde verenigen?

Slide 11 - Tekstslide

S3: Ik kan uitleggen waarom Nederland nog geen eenheidsstaat werd
1. vrijheid verliezen
De gewesten waren bang om hierdoor hun vrijheid en privileges te verliezen.
2. Opstanden
Rond 1477 braken er opstanden uit in de Nederlandse gebieden van het hertogdom Bourgondië.
3. Maria van Bourgondië
Maria van Bourgondië was de kleindochter van Filips de Goede en werd hertogin van de Nederlandse gewesten. 

De Nederlandse gewesten wilden alleen trouw en loyaal zijn naar haar als ze hun eigen wetten en privileges mochten behouden. Maria ging akkoord en de gewesten hielden hun vrijheid in ruil voor trouw aan Maria.

Slide 12 - Tekstslide

S4: Ik kan door onderzoek uitleggen hoe er tegenwoordig onvrede over de politiek door de bevolking geuit wordt en hoe de bevolking veranderingen in de wet kan realiseren. (t)

Slide 13 - Tekstslide

Opdracht: subdoel 4 -->

Zoek informatie op het internet over subdoel 4. Schrijft de antwoorden die je vindt op in je aantekeningen schrift.

Klaar?
Tijd voor Geschiedenis
Paragraf 4.4
S4: Ik kan door onderzoek uitleggen hoe er tegenwoordig onvrede over de politiek door de bevolking geuit wordt en hoe de bevolking veranderingen in de wet kan realiseren. (t)

Slide 14 - Tekstslide