Introductie framing

Introductie framing
Doelen: 
  • Je kunt uitleggen wat het begrip framing inhoudt. 
  • Je wordt je ervan bewust dat je door woordkeuze beïnvloed kunt worden.  
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Introductie framing
Doelen: 
  • Je kunt uitleggen wat het begrip framing inhoudt. 
  • Je wordt je ervan bewust dat je door woordkeuze beïnvloed kunt worden.  

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Welke autorijschool kies jij?

Slide 6 - Poll

Slide 7 - Tekstslide

Hoe noem jij die mensen?

Slide 8 - Woordweb

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Wat is het verschil?

Slide 13 - Open vraag

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Welk woord is een voorbeeld van framing?
A
coronavirus
B
avondklok
C
straatagent
D
plofkip

Slide 21 - Quizvraag

Is hier sprake van framing: Zij weet het weer niet.
A
ja
B
nee

Slide 22 - Quizvraag

Is hier sprake
van framing?
A
ja
B
nee

Slide 23 - Quizvraag

Wat betekent framing?
A
Samenstellingen van woorden maken die niet positief zijn.
B
Heel bewust woorden kiezen die een bepaald beeld en gevoel oproepen bij een onderwerp
C
De werkelijkheid beïnvloeden aan de hand van beelden.

Slide 24 - Quizvraag

Vragenrondje
wat is jou nog niet duidelijk?

Slide 25 - Tekstslide

Opdracht


Maak nu opdracht 1 uit de reader. 
Daarna bespreken we deze opdracht. 

Slide 26 - Tekstslide

Ik heb de uitleg:
A
niet begrepen
B
beetje begrepen
C
goed begrepen
D
heel goed begrepen

Slide 27 - Quizvraag

Huiswerk deze week: 
Hoofdstuk 1 opdracht 1 t/m 3 af.  

 

    





Slide 28 - Tekstslide