Telefoon: Staat op stil en zit in de (telefoon)tas,
alleen toegestaan na toestemming van de docent.
Praten: Niet door elkaar; er is altijd één persoon aan het woord,
spreek zoveel mogelijk Nederlands tegen elkaar
De eerste 10 minuten van zelfstandig werken is in stilte;
daarna mag je indien nodig fluisterend overleggen.
Vragen en antwoorden
in een volledige Nederlandse zin formuleren.