Taalverzorging 4E

Taalverzorging
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Taalverzorging

Slide 1 - Tekstslide

  • interpunctie 
  • hoofdletters 
  • apostrof en accent 
  • koppelteken en trema 
  • meervouden znw

Slide 2 - Tekstslide

Welk woord moet met hoofdletter?

1 op de tien mensen is niet sportief.
A
1
B
niks
C
op
D
geen idee

Slide 3 - Quizvraag

Welk woord moet met hoofdletter?
's ochtends zijn er altijd veel leerlingen te laat
A
's
B
ochtends
C
niks
D
alles

Slide 4 - Quizvraag

Hoeveel woorden moeten met hoofdletters?

uit onderzoek bleek dat meer mensen apple dan samsung op mavo muurhuizen
A
3
B
5
C
4
D
6

Slide 5 - Quizvraag

Welke woorden zijn goed geschreven?
A
bacteriën, poriën
B
bacterie's, poriën
C
pories, bacteries
D
bacteriën, porien

Slide 6 - Quizvraag

Een roedel...
A
zeehonden
B
ganzen
C
dolfijnen
D
wolven

Slide 7 - Quizvraag

In welke zin is de interpunctie correct?
A
Studenten die weinig colleges volgen, kunnen daar spijt van krijgen.
B
Studenten, die weinig colleges volgen, kunnen daar spijt van krijgen.

Slide 8 - Quizvraag

Welke stelling over juist formuleren klopt niet.


A
Controleer of je de werkwoorden kennen en kunnen, liggen en leggen goed gebruikt hebt.
B
Gebruik verwijswoorden, zo voorkom je dat je steeds dezelfde woorden gebruikt.
C
Controleer je tekst, laat je tekst als het kan ook controleren door iemand anders.
D
Begint de zin met een cijfer of getal gebruik dan geen hoofdletter in het woord dat erna komt.

Slide 9 - Quizvraag

Welk bezit is fout geschreven?
A
Mares agenda
B
Tess' sleutels
C
Daan's tas
D
Onno's fiets

Slide 10 - Quizvraag

Apostrof, accent
010

Slide 11 - Poll

Koppelteken, trema
010

Slide 12 - Poll

Congruentie
010

Slide 13 - Poll

Verwijswoorden
010

Slide 14 - Poll

Trappen van vergelijking en als/dan
010

Slide 15 - Poll

Waarover heb jij extra uitleg nodig?
Interpunctie
Hoofdletters
Meervouden van zelfstandig naamwoorden
Apostrof en accent
Koppelteken en trema
congruentie
verwijswoorden
Trappen van vergelijking met als/dan

Slide 16 - Poll


Nog iets anders, namelijk...

Slide 17 - Open vraag