C. Erfelijkheid - X-chromosomale kruisingen

Erfelijkheid

X-chromosomale kruising




OSG Sevenwolden

Heerenveen

Dineke Halbersma

1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Erfelijkheid

X-chromosomale kruising




OSG Sevenwolden

Heerenveen

Dineke Halbersma

Slide 1 - Tekstslide

geslachtschromosomen

Het 23e paar chromosomen geeft informatie over het geslacht bij mensen, de zgn geslachtschromosomen: XX: vrouw, XY: man. De andere chromosomen heten autosomen.

In de eicel stopt een vrouw altijd een X, in de zaadcel stopt de man óf een X óf een Y chromosoom.

Versmelt de zaadcel met 'X' met eicel: geeft XX: meisje, 

versmelt de zaadcel met 'Y' met eicel: geeft XY: jongen.

Slide 2 - Tekstslide

Overerving X-chromosomaal
  • De eigenschap ligt op het X-chromosoom. Vrouwen zijn XX, mannen zijn XY. Mannen hebben maar één keer de eigenschap, van hun moeder gekregen. 
  • In de opdrachten staat: de eigenschap erft - geslachtsgebonden over,

     - X-chromosomaal over

Slide 3 - Tekstslide

Het X-chromosoom draagt VEEL informatie. Y bijna niets.
HET X-CHROMOSOOM

Slide 4 - Tekstslide

Conclusie: De man mist het extra X chromosoom om een mogelijk om een allel te compenseren. (a= in dit geval een recessieve aandoening)

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Controleren X-chromosomaal
  1. Bepaal wat dominant is en wat recessief is
  2. Controleer of elke dominante vader alleen dominante dochters heeft. Niet? Het is niet X-chromosomaal
  3. Controleer of elke recessieve moeder recessieve zoons heeft. Niet? Het is niet X-chromosomaal
  4. Is het antwoord op beide vragen 'wel', dan kán de eigenschap X-chromosomaal overerven

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Link

Voorbeeld - vervolg volgende dia

Slide 9 - Tekstslide

Voorbeeld - vervolg
XEXE x XeY      F1: ♂ Xe    ♂Y
♀ X                   XEXe      XEY
♀ XE                   XEXe       XEY


Verhoudingen:

Genotypes  XEXe: XEY = 2 : 2 = 1 : 1

Fenotypes 100% eigenschap ‘E’






 

  

  

  

 

 

  

  

  

 

 

  

  

  



 XEXE x XeY F1:



Xe



♂ Y



XE



XEXe



XEY



XE



XEXe



XEY



Verhoudingen:



Genotypes XEXe : XEY = 2 : 2 = 1 : 1



Fenotypes
100% eigenschap ‘E’



Slide 10 - Tekstslide

oefenopgave

Bij Drosophila komt onder andere het allel ‘vleugels zonder dwarsaders’ voor. Dit allel is X-chromosomaal en recessief. Een vrouwtje met vleugels zonder dwarsaders wordt gekruist met een mannetje met normale vleugels. De F1-individuen die hieruit ontstaan, worden onderling gekruist en er ontstaan een F2.


Hoeveel % van de vrouwtjes uit de F2 heeft vleugels zonder dwarsaders ?



Slide 11 - Tekstslide

Uitwerking

rXA = normale vleugels met dwarsaders

Xa = vleugels zonder dwarsaders

P: XaXa en XA 

F1           XA         Y
Xa          XAXa    XaY

Xa          XAXa    XaY

F2:   XAXa  en   XaY  worden gekruist

F2          Xa         Y

XA         XAXa     XAY

Xa         XaXa     XaY               

Dus een vrouwelijke nakomeling in de F2 = XAXa of XaXa. XaXa is zonder dwarsaders, dus 50%

Slide 12 - Tekstslide

Opdracht

Neem blz 12 door.

Maak opgaven 13 tm 16

en

19 tm 28

Slide 13 - Tekstslide

extra uitleg en opgaven

Op de volgende dia staat een link voor extra uitleg en opgaven.


Daarna staan de uitwerkingen van de opgaven.

(wel even naar onderen scrollen)

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Link

Slide 16 - Link